13. fait valoir que la représentation des femmes au sein des assemblées élues demeure, d'une manière générale, insuffisante; engage dès lors la Commission, le Conseil et les États membres à mettre en œuvre différentes mesures visant à accroître la proportion de femmes au sein des assemblées élues; rappelle, dans ce contexte, que l'objectif à long terme est de parvenir à une représentation égale des femmes et des hommes.
13. constateert dat vrouwen in gekozen vergaderingen in het algemeen nog steeds te weinig zijn vertegenwoordigd; dringt er bij de Commissie, de Raad en de lidstaten op aan, het nodige te doen om te bereiken dat vrouwen in grotere mate in gekozen vergaderingen worden vertegenwoordigd; in dit verband moet op lange termijn worden gestreefd naar een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen.