4. is van mening dat de weigering van de huidige Turkse regering om de destijds
door de regering « jonge Turken » op het Armeense volk gepleegde volkenmoord te erkenen, haar reserves om de normen van het internationale recht in haar geschillen met Griekenland in acht te nemen, de handhaving van de Turkse bezettingstroepen op Cyprus en haar weigering om de Koerdische situatie te erkennen vormen, samen met het feit dat er geen werkelijke parlementaire democratie bestaat en dat de individuele en collectieve vrijheden, met name de godsdienstvrijheid, in dit land niet worden gerespecteerd, onoverkomelijk belemmeringen bij de overwegingen over
...[+++] een eventuele toetreding van Turkije tot de Gemeenschap;