1. Après délégation, par la Commission, des compétences en matière de gestion, l'ordonnateur national est chargé de veiller, dans le temps, au bon respect de l'ensemble des conditions liées au maintien de l'accréditation et informe la Commission et le responsable de l'accréditation de tout changement significatif en la matière.
1. Wanneer de Commissie beheersbevoegdheden heeft toegekend, dient de nationale ordonnateur erop te blijven toezien dat aan alle vereisten voor de handhaving van de erkenning wordt voldaan; hij stelt de Commissie in kennis van elke wijziging van betekenis in dit verband.