La justice se fonde souvent sur une preuve contraire générale (l'enfant fréquente régulièrement l'école, il se développe normalement, il a de bons rapports avec les autres, il a un comportement équilibré, . . ) lorsque la faute elle-même n'indique pas d'éventuelles lacunes dans l'éducation (5) .
De rechtspraak gaat vaak uit van een algemeen tegenbewijs (het regelmatig schoollopen, de normale ontwikkeling, de goede omgang van het kind, een evenwichtig gedrag, . . ) wanneer de onrechtmatige daad zelf niet in de richting van een eventueel gebrek in de opvoeding wijst (5) .