Tout ce débat sur la coordination et sur l'avenir du service extérieur s'inscrit dans le cadre d'un traité parlant d'une politique étrangère et de sécurité commune et non d'une politique étrangère et de sécurité unique d'une Union de quinze États membres, chacun avec son propre ministre des affaires étrangères.
Deze hele discussie over coördinatie en de toekomst van de externe dienst vindt plaats tegen de achtergrond van een Verdrag waarin sprake is van een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, en niet van een eengemaakt buitenlands en veiligheidsbeleid. Dit beleid wordt gevoerd in een Unie van vijftien lidstaten, elk met zijn eigen minister van Buitenlandse Zaken.