La ministre de la Justice de l'époque a même répondu qu'il ne lui appartenait pas de communiquer les noms des avocats consultés et désignés depuis le début de la législature ni, a fortiori, l'adresse de leur bureau, le barreau auprès duquel ils sont inscrits ou le montant de leurs honoraires.
De toenmalige minister van Justitie slaagde er zelfs in te antwoorden dat het haar niet toekwam de namen bekend te maken van de advocaten die sinds het begin van de legislatuur werden geraadpleegd en aangesteld, noch a fortiori het adres van hun kantoor, de balie waartoe zij behoren of het bedrag van hun erelonen.