N. whereas the EU-15 Member States undertook, in a preferential clause in the Accession Treaty, not to treat the nationals of the ten new Member States less favourably, as regards free movement, than third-country nationals; whereas this is only possible if the residence of the third-country nationals is known to the relevant authorities; whereas host Member States may not impose additional conditions on posted workers from third countries if they have been lawfully employed by a service provider established in a Member State,
N. overwegende dat de lidstaten van de EU-15 zich er via een voorkeursregel in het toetredingsverdrag toe hebben verplicht om onderdanen uit de tien nieuwe lidstaten geen minder gunstige behandeling ten aanzien van het vrije verkeer te geven dan onderdanen van derde landen; dat dit enkel mogelijk is, indien het verblijf van onderdanen uit derde landen bekend is bij de autoriteiten; dat ontvangende landen aan gedetacheerde werknemers uit derde landen geen extra voorwaarden mogen opleggen, indien zij wettig te werk zijn gesteld door een in een lidstaat gevestigde dienstverrichter,