(1) Im Jahr 2015 berechnen die Mitgliedstaaten den Einheitswert der Zahlungsansprüche, indem sie einen festen Prozentsatz der in Anhang II festgelegten nationalen Obergrenze für jedes betreffende Jahr durch die Anzahl der Zahlungsansprüche teilen, die 2015 auf nationaler oder regionaler Ebene zugewiesen werden, wobei die Zahlungsansprüche, die im Jahr 2015 aus der nationalen Reserve oder aus den regionalen Reserven zugewiesen werden, auszunehmen sind.
1. In 2015 berekenen de lidstaten de waarde per eenheid van de betalingsrechten door een vast percentage van het in bijlage II vermelde nationale maximum voor elk betrokken jaar te delen door het aantal betalingsrechten in 2015 op nationaal en regionaal niveau, met uitzondering van de in 2015 uit de nationale reserve of uit de regionale reserve toegewezen betalingsrechten.