Vertaling van "zwischen mitgliedstaaten anhaltende uneinigkeit " (Duits → Nederlands) :

(1) Besteht zwischen den Mitgliedstaaten anhaltende Uneinigkeit, über die Notwendigkeit einer Überstellung oder einer Zusammenführung gemäß Artikel 15 der Verordnung (EG) Nr. 343/2003 oder über den Mitgliedstaat, in dem die Zusammenführung der betreffenden Personen stattfinden soll, Können sich die Mitgliedstaaten in Fragen, die die Anwendung dieser Verordnung betreffen, nicht einigen, können sie das in Absatz 2 des vorliegenden Artikels genannte Schlichtungsverfahren in Absatz 2 in Anspruch nehmen.
1. Wanneer de lidstaten het blijvend oneens zijn over de noodzaak van een overdracht of een hereniging uit hoofde van artikel 15 van Verordening (EG) nr. 343/2003, of over de lidstaat waar de betrokken personen moeten worden herenigd, ? iets dat te maken heeft met de toepassing van deze verordening, ⎪ kunnen zij gebruikmaken van de bemiddelingsprocedure van lid 2 van dit artikel.

10. ist äußerst besorgt darüber, dass die vier Jahre lang anhaltende Uneinigkeit zwischen den führenden Politikern den Europarat dazu veranlasst hat, erstmals die Aussetzung des Rechts des Landes auf Vertretung in dieser Organisation zu erwägen, falls vor der Wahl keine wesentlichen Fortschritte bei der Umsetzung des Urteils des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte (EGMR) erzielt werden; betont, dass im Falle einer Nichtumsetzung des Urteils des EGMR die Legitimität der Wahlen im Jahr 2014 in Frage gestellt werden wird;
10. is zeer verontrust over het feit dat de vier jaar lang durende onenigheid tussen politieke leiders ertoe heeft geleid dat de Raad van Europa in eerste instantie overwoog om het recht van het land op vertegenwoordiging in deze organisatie op te schorten als er vóór de verkiezingen geen aanzienlijke vorderingen worden geboekt bij de tenuitvoerlegging van de uitspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens (EHRM); benadrukt dat de legitimiteit van de verkiezingen van 2014 zal worden aangevochten indien de uitspraak van het EHRM niet ten uitvoer wordt gelegd;

10. ist äußerst besorgt darüber, dass die vier Jahre lang anhaltende Uneinigkeit zwischen den führenden Politikern den Europarat dazu veranlasst hat, erstmals die Aussetzung des Rechts des Landes auf Vertretung in dieser Organisation zu erwägen, falls vor der Wahl keine wesentlichen Fortschritte bei der Umsetzung des Urteils des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte (EGMR) erzielt werden; betont, dass im Falle einer Nichtumsetzung des Urteils des EGMR die Legitimität der Wahlen für das Amt des Präsidenten und zur Völkerkammer von Bosnien und Herzegowina im Jahr 2014 in Frage gestellt werden wird;
10. is zeer verontrust over het feit dat de vier jaar lang durende onenigheid tussen politieke leiders ertoe heeft geleid dat de Raad van Europa in eerste instantie overwoog om het recht van het land op vertegenwoordiging in deze organisatie op te schorten als er vóór de verkiezingen geen aanzienlijke vorderingen worden geboekt bij de tenuitvoerlegging van de uitspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens (EHRM); benadrukt dat de legitimiteit van de presidentsverkiezingen en de verkiezingen van het Huis van Volkeren van Bosnië en Herzegovina in 2014 zal worden aangevochten indien de uitspraak van het EHRM niet ten uitvoer wordt gelegd;

In der Richtlinie 2006/95/EG ist bereits ein Schutzklauselverfahren vorgesehen, das erst dann anzuwenden ist, wenn zwischen den Mitgliedstaaten Uneinigkeit über die Maßnahmen eines einzelnen Mitgliedstaats herrscht.
In Richtlijn 2006/95/EG is al een vrijwaringsprocedure opgenomen, die uitsluitend wordt toegepast wanneer de lidstaten het niet eens zijn over de door een lidstaat genomen maatregelen.

Im Falle einer Uneinigkeit zwischen den zuständigen Behörden der Mitgliedstaaten über eine Bewertung, Maßnahme oder eine Unterlassung einer zuständigen Behörde in Bereichen, in denen nach dieser Verordnung eine Zusammenarbeit oder Koordinierung der zuständigen Behörden verschiedener Mitgliedstaaten erforderlich ist, können die zuständigen Behörden die ESMA mit der Angelegenheit befassen; diese kann nach Maßgabe der ihr durch Artikel 19 der Verordnung (EU) Nr. 1095/2010 übertragenen Befugnisse tätig werden, soweit die Uneinigkeit nicht Artikel 3 Buchstabe b Ziffer iii oder Artikel 3 Buchstabe d Ziffer iv dieser Verordnung betrifft.
Bij verschil van mening tussen de bevoegde autoriteiten van lidstaten over een beoordeling, handeling of nalaten van een bevoegde autoriteit op gebieden waarvoor in deze verordening samenwerking of coördinatie tussen de bevoegde autoriteiten van meer dan één lidstaat is voorgeschreven, kunnen de bevoegde autoriteiten de zaak voorleggen aan ESMA, die kan optreden overeenkomstig de aan haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verleende bevoegdheden, voor zover het meningsverschil geen verband houdt met artikel 3, onder b), iii), of met artikel 3, onder d), iv), van deze verordening.

Im Fall einer Uneinigkeit zwischen den zuständigen Behörden der Mitgliedstaaten über eine Bewertung, Maßnahme oder eine Unterlassung einer zuständigen Behörde in Bereichen, für die gemäß dieser Verordnung eine Zusammenarbeit oder Koordinierung der zuständigen Behörden von mehr als einem Mitgliedstaat erforderlich ist, können die zuständigen Behörden die ESMA mit der Angelegenheit befassen, die in Einklang mit den Befugnissen, die ihr gemäß Artikel 19 der Verordnung (EU) Nr. 1095/2010 übertragen wurden, handelt, sofern die Uneinigkeit nicht Artikel 3 Buchstabe a Ziffer iii oder Artikel 3 Buchstabe d Ziffer iv dieser Verordnung betrifft.
In geval van een meningsverschil tussen de bevoegde autoriteiten van lidstaten over een beoordeling, optreden of nalatigheid van een bevoegde autoriteit op gebieden waarvoor in deze verordening samenwerking of coördinatie tussen de bevoegde autoriteiten van meer dan één lidstaat is voorgeschreven, kunnen de bevoegde autoriteiten de aangelegenheid verwijzen naar de ESMA, die kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar zijn verleend bij artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, mits het meningsverschil geen verband houdt met artikel 3, punt (a), (iii), of met artikel 3, punt (d), (iv), van deze verordening.

Ferner sollte das in Artikel 19 der Verordnung (EU) Nr. 1095/2010 dargelegte Schlichtungsverfahren zur Anwendung kommen, und zwar bei Uneinigkeit zwischen den zuständigen Behörden der Mitgliedstaaten über die Bestimmung des Referenzmitgliedstaats, über die Befreiung im Fall der Unvereinbarkeit zwischen der Einhaltung dieser Richtlinie und der Einhaltung gleichwertiger Bestimmungen eines Drittlands und über die Bewertung der Einhaltung der besonderen Anforderungen im Hinblick auf das Drittland des Nicht-EU-AIFM und gegebenenfalls das Drittland des Nicht-EU-AIF.
Verder is de in artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde bemiddelingsprocedure van toepassing in het geval dat de bevoegde autoriteiten van lidstaten het oneens zijn over de vaststelling van de referentielidstaat, de toepassing van de vrijstelling bij onverenigbaarheid tussen het naleven van deze richtlijn en de naleving van equivalente regels van een derde land en de beoordeling van het feit of is voldaan aan de specifieke eisen betreffende het derde land van de niet-EU abi-beheerder en, indien van toepassing, het derde land van de niet-EU abi.

Bei Uneinigkeit zwischen den zuständigen Behörden der Mitgliedstaaten über eine Bewertung, Maßnahme oder Unterlassung einer der zuständigen Behörden in einem Bereich, in dem diese Richtlinie eine Zusammenarbeit oder Koordinierung der zuständigen Behörden aus mehr als einem Mitgliedstaat vorschreibt, können die zuständigen Behörden die Angelegenheit an die ESMA verweisen, die im Rahmen der ihr durch Artikel 19 der Verordnung (EU) Nr. 1095/2010 übertragenen Befugnisse tätig werden kann.
Bij verschil van mening tussen de bevoegde autoriteiten van lidstaten over een beoordeling, actie of nalatigheid van een bevoegde autoriteit op gebieden waarvoor in deze richtlijn samenwerking of coördinatie tussen de bevoegde autoriteiten van meer dan één lidstaat is voorgeschreven, kunnen de bevoegde autoriteiten de zaak voorleggen aan de ESMA, die kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 zijn verleend.

53. bedauert das anhaltende Unvermögen der Union, eine konstruktive Rolle zugunsten des Friedens im Nahen Osten zu übernehmen, sobald starke Spannungen auftreten, und bekundet seine Bestürzung angesichts der traurigen Darbietung, die die Mitgliedstaaten während der Abstimmung der außerordentlichen Sitzung der Generalversammlung der Vereinten Nationen am 21. Oktober 2000 mit ihrer völligen Uneinigkeit geboten haben;
53. betreurt dat, zodra ernstige spanningen opflakkeren, de Unie nog steeds niet in staat blijkt te zijn een constructieve rol te spelen in de totstandkoming van de vrede in het Midden-Oosten; was ten zeerste ontsteld door de aanblik van volstrekte verdeeldheid tussen de lidstaten bij de stemming op de buitengewone algemene vergadering van de VN op 21 oktober 2000;