Vertaling van "zuständigkeit hochschulverwaltung bezüglich ihrer wesentlichen aspekte " (Duits → Nederlands) :

« Verstößt Artikel 81 des Gesetzes vom 4. August 1996 über das Wohlbefinden der Arbeitnehmer bei der Ausführung ihrer Arbeit gegen die Artikel 12 Absatz 2 und 14 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern diese Gesetzesbestimmung durch die ' Blanko-Inkriminierung ' die Zuständigkeit bezüglich der Unterstrafestellung an den König delegiert, ohne dass diese ausreichend genau umschrieben wird und/oder ohne dass die wesentlichen Elemente, auf die sich die Ausführungsmaßnahmen beziehen dürfen, festgelegt werden?
« Schendt artikel 81 van de Welzijnswet d.d. 4 augustus 1996 de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet, al dan niet samen gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, in de mate dat die wetsbepaling door de blanco-incriminatie bevoegdheid delegeert aan de Koning inzake strafbaarstelling zonder dat deze voldoende nauwkeurig wordt omschreven en/of zonder vaststelling van de essentiële elementen waarop de uitvoeringsmaatregelen betrekking mogen hebben ?

Hinsichtlich der Übereinstimmung mit Artikel 24 § 5 der Verfassung weise die Flämische Regierung darauf hin, dass die beanstandete Dekretsbestimmung deutlich die Zuständigkeit der Hochschulverwaltung bezüglich ihrer wesentlichen Aspekte begrenze.
Wat de conformiteit met artikel 24, § 5, van de Grondwet betreft, wijst de Vlaamse Regering erop dat de bestreden decreetsbepaling de bevoegdheid van het hogeschoolbestuur duidelijk beperkt wat de essentiële aspecten ervan betreft.

Die angefochtenen Bestimmungen würden dem Organisationsträger einen wesentlichen Aspekt der Freiheit bezüglich der Organisation des Unterrichtswesens entziehen, und zwar die Zuständigkeit, den Aufgabenbereich zu bestimmen und abzugrenzen, wobei diese Zuständigkeit nunmehr dem Schulleiter bzw. der Schulleitung obliege, die keineswegs mit der Schulbehörde, d.h. dem Organisationsträger im Sinne von Artikel 24 § 4 der Verfassung gleichzusetzen sei.
De bestreden bepalingen ontnemen aan de inrichtende macht een essentieel aspect van de vrijheid van het inrichten van onderwijs, namelijk de bevoegdheid om de taak te bepalen en af te bakenen, een bevoegdheid die voortaan toekomt aan de directeur of de directie, die niet te vereenzelvigen is met het schoolbestuur, dit is de inrichtende macht bedoeld in artikel 24, § 4, van de Grondwet.