(2) Hat der Anmelder oder der Inhaber der Waren die Zollbehörden, die die Entscheidung, die Überlassung der Waren auszusetzen oder die Waren zurückzuhalten, getroffen haben, innerhalb der Fristen gemäß Absatz 1 Buchstabe b weder über seine Zustimmung zur Vernichtung noch über seinen Widerspruch gegen die Vernichtung unterrichtet, können die Zollbehörden davon ausgehen, dass der Anmelder oder der Inhaber der Waren mit der Vernichtung einverstanden ist.
2. Wanneer de aangever of de houder v
an de goederen zijn instemming met vernietiging binnen de in lid 1, onder b), bedoelde termijnen n
iet heeft bevestigd noch de douaneautoriteiten die tot schorsing van de vrijgave van de goederen of tot vasthouding ervan hebben besloten, in kennis heeft gesteld van
zijn bezwaar tegen vernietiging van de goederen, kunnen de douaneautoriteiten oordelen dat de aangever of de houder van de goederen m
...[+++]et de vernietiging instemt.