(3) Bietet der Infrastrukturbetreiber Betreiber von Serviceeinrichtungen Dienstleistungen an, die in Anhang III Nummer 3 als Zusatzleistungen bezeichnet sind, so muss er diese für Eisenbahnunternehmen auf Antrag ohne Diskriminierung erbringen.
3. Indien de infrastructuurbeheerder exploitant van de dienst een van de in bijlage III, punt 3, als „aanvullende diensten” vermelde diensten aanbiedt, verricht hij deze op verzoek op niet-discriminerende wijze aan een spoorwegonderneming.