Vertaling van "zusammenhang einer verkehrsverlagerung gründlichere " (Duits → Nederlands) :

203. ist der Auffassung, dass eine ausreichende Analyse der Markterfordernisse, an der es nach Ansicht des Rechnungshofs gemangelt hatte, allein kein Garant für eine bessere Wirksamkeit der Marco-Polo-Programme gewesen wäre; fordert die Kommission nachdrücklich auf, bei künftigen Programmen im Zusammenhang mit einer Verkehrsverlagerung gründlichere Analysen vorzunehmen;
203. meent dat de analyse van de marktbehoeften, die door de Rekenkamer als ontoereikend werd aangemerkt, niet volstaat om betere resultaten te garanderen op het vlak van doeltreffendheid van de Marco Polo-programma’s; dringt er bij de Commissie op aan om voor toekomstige programma’s met betrekking tot “modal shift” een diepgaandere analyse te verrichten;

203. ist der Auffassung, dass eine ausreichende Analyse der Markterfordernisse, an der es nach Ansicht des Rechnungshofs gemangelt hatte, allein kein Garant für eine bessere Wirksamkeit der Marco-Polo-Programme gewesen wäre; fordert die Kommission nachdrücklich auf, bei künftigen Programmen im Zusammenhang mit einer Verkehrsverlagerung gründlichere Analysen vorzunehmen;
203. meent dat de analyse van de marktbehoeften, die door de Rekenkamer als ontoereikend werd aangemerkt, niet volstaat om betere resultaten te garanderen op het vlak van doeltreffendheid van de Marco Polo-programma’s; dringt er bij de Commissie op aan om voor toekomstige programma’s met betrekking tot „modal shift” een diepgaandere analyse te verrichten;

4. betont, dass die Prioritäten für die Entwicklung der TEN im Einklang mit dem gemeinsamen Interesse strategisch geplant werden müssen und dass der Mehrwert der einzelnen Projekte durch umfassende Folgeabschätzungen sichergestellt werden muss, die auf Projekte konzentriert werden, die auf eine Abkoppelung des Verkehrszuwachses vom Wirtschaftswachstum und der Nutzung der Ressourcen abzielen; betont, dass Bahn- und nachhaltige Wasserinfrastrukturprojekte gemäß der im Weißbuch der Kommission: "Die europäische Verkehrspolitik bis 2010: Weichenstellungen für die Zukunft" (KOM(2001) 370) dargelegten Vision einer Verkehrsverlagerung vorrangig behandelt werden müssen, und fordert eine Einschränkung der vorrangigen TEN-Verkehrsprojekte auf grenzüberschreitende, intermodale und nachhaltige Vorhaben; betont ferner, dass eine strategische Umweltverträglichkeitsprüfung für die TEN-Verkehrsinitiative einschließlich ihrer Auswirkungen auf die CO2 -Emissionen durchgeführt werden muss; erinnert den Rat in diesem Zusammenhang daran, dass der TEN-Beschluss in der Zusammenarbeit mit dem Parlament dem vollständigen Mitentscheidungsverfahren unterliegt, und bedauert, dass das Parlament bisher bei der Festlegung der Prioritäten nur unzureichend konsultiert wird;
4. onderstreept dat de prioriteiten voor de ontwikkeling van de TEN's strategisch moeten worden gepland met inachtneming van het algemeen belang, en dat de toegevoegde waarde van individuele projecten moet worden gewaarborgd via een uitgebreide effectbeoordeling, geconcentreerd op projecten gericht op ontkoppeling tussen vervoersgroei, enerzijds, en economische groei en hulpbrongebruik, anderzijds; benadrukt dat prioriteit moet worden verleend aan infrastructuurprojecten voor duurzame spoor- en waterverbindingen, overeenkomstig de intermodale visie in het Witboek van de Commissie "het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen" (COM(2001)370), en dringt erop aan dat de prioritaire TEN-vervoerprojecten worden beperkt tot grensoverschrijdende, intermodale en duurzame projecten; benadrukt verder dat er een strategische milieueffectbeoordeling moet komen van het TEN-vervoerinitiatief, met inbegrip van de impact van zijn CO2 -uitstoot; herinnert de Raad er in dit verband aan dat het besluit over de TEN's overeenkomstig de volledige medebeslissingsprocedure met het Parlement moet worden genomen, en betreurt dat het Parlement tot dusverre nog niet bij het vaststellen van de prioriteiten is geraadpleegd;

4. betont, dass die Prioritäten für die Entwicklung der TEN im Einklang mit dem gemeinsamen Interesse strategisch geplant werden müssen und dass der Mehrwert der einzelnen Projekte durch umfassende Folgeabschätzungen sichergestellt werden muss, die auf Projekte konzentriert werden, die auf eine Abkoppelung des Verkehrszuwachses vom Wirtschaftswachstum und der Nutzung der Ressourcen abzielen; betont, dass Bahn- und nachhaltige Wasserinfrastrukturprojekte gemäß der im Weißbuch der Kommission über die Verkehrspolitik bis 2010 dargelegten Vision einer Verkehrsverlagerung vorrangig behandelt werden müssen, und fordert eine Einschränkung der vorrangigen TEN-Verkehrsprojekte auf grenzüberschreitende, intermodale und nachhaltige Vorhaben; betont ferner, dass eine strategische Umweltverträglichkeitsprüfung für die TEN-Verkehrsinitiative einschließlich ihrer Auswirkungen auf die CO2-Emissionen durchgeführt werden muss; erinnert den Rat in diesem Zusammenhang daran, dass der TEN-Beschluss in der Zusammenarbeit mit dem Parlament dem vollständigen Mitentscheidungsverfahren unterliegt, und bedauert, dass das Parlament bisher bei der Festlegung der Prioritäten nur unzureichend konsultiert wird;
4. onderstreept dat de prioriteiten voor de ontwikkeling van de TEN's strategisch moeten worden gepland met inachtneming van het algemeen belang, en dat de toegevoegde waarde van individuele projecten moet worden gewaarborgd via een uitgebreide effectbeoordeling, geconcentreerd op projecten gericht op ontkoppeling tussen vervoersgroei, enerzijds, en economische groei en hulpbrongebruik, anderzijds; benadrukt dat prioriteit moet worden verleend aan infrastructuurprojecten voor duurzame spoor- en waterverbindingen, overeenkomstig de intermodale visie in het Witboek van de Commissie over het vervoersbeleid tot 2010, en dringt erop aan dat de prioritaire TEN-vervoerprojecten worden beperkt tot grensoverschrijdende, intermodale en duurzame projecten; benadrukt verder dat er een strategische milieueffectbeoordeling moet komen van het TEN-vervoerinitiatief, met inbegrip van de impact van zijn CO2-uitstoot; herinnert de Raad er in dit verband aan dat het besluit over de TEN's overeenkomstig de volledige medebeslissingsprocedure met het Parlement moet worden genomen, en betreurt dat het Parlement tot dusverre nog niet bij het vaststellen van de prioriteiten is geraadpleegd;

26. nimmt das Mandat des ECOFIN-Rates an die Kommission zur Kenntnis, alternative Quellen für die Finanzierung der Entwicklung zu ermitteln, und verweist auf die Notwendigkeit einer umfassenderen Debatte, insbesondere auf multilateraler Ebene, und gründlicherer Analysen der Zweckmäßigkeit und Lebensfähigkeit der verschiedenen vorhandenen Vorschläge für alternative Finanzierungsinstrumente, von denen einige in der Mitteilung der Kommission (KOM(2002) 81) geprüft wurden; empfiehlt in diesem Zusammenhang, dass Initiativen wie eine weltweite Steuer auf fossile Brennstoffe (mit dem zweifachen Ziel der Eindämmung der Kohlenstoffemissionen und der Beschaffung der zur Entwicklung notwendigen Mittel) als mögliche Grundlage für eine Initiative der Europäischen Union in diesem Zusammenhang angesehen werden, die anlässlich des Weltgipfels für nachhaltige Entwicklung vorgestellt werden sollten; fordert die Kommission in Zusammenhang mit den geforderten Analysen auf, die Zweckmäßigkeit der Einführung eines Systems nach Art von "Give As You Earn (GAYE)" in der Europäischen Union in Erwägung zu ziehen, nach dem jeder Mitgliedstaat in seinem Einkommensteuersystem vorsieht, dass die Steuerzahler freiwillige, steuerabzugsfähige Beiträge für wohltätige Zwecke leisten, von denen ein Mindestbetrag (z.B. 10 Euro je Steuerzahler) in einen Sonderfonds eingezahlt würde, der ausschließlich dem Zweck dient, die Armut in den ärmsten Ländern der Welt zu mildern (die so genannte "Sachs-Steuer");
26. neemt nota van het mandaat dat de Raad van ministers van Economische Zaken en Financiën aan de Commissie heeft verleend om naar alternatieve bronnen voor ontwikkelingsfinanciering te zoeken en vestigt de aandacht op de noodzaak van een brede discussie, met name op multilateraal niveau, over en een diepgaander onderzoek naar de wenselijkheid en de haalbaarheid van de verschillende voorstellen voor alternatieve financieringsinstrumenten, waarvan sommige zijn geanalyseerd in mededeling COM(2002) 81 def. van de Commissie; suggereert in dit verband dat initiatieven als een mondiale heffing op fossiele brandstoffen (met de dubbele doelstelling van verlaging van CO2-uitstoot en financiering van ontwikkeling) als basis kunnen dienen voor een EU-initiatief op dit punt tijdens de Duurzaamheidstop; verzoekt de Commissie in het kader van bovengenoemde analyse de voordelen te bestuderen van de invoering in de EU van een "Give As You Earn (GAYE)" regeling, op grond waarvan elke lidstaat in hun inkomensbelastingensysteem de mogelijkheid schept voor de belastingbetaler om charitatieve instellingen vrijwillige aftrekbare bijdragen te geven, waarvan een minimumbedrag (bijvoorbeeld 10 € per belastingbetaler) in een speciaal fonds wordt gestort dat uitsluitend bestemd is voor verlichting van de armoede in de armste landen van de wereld (de zogenaamde "Sachs tax);