Die Wahlunfähigkeit der unter der vorangehenden Nr. 3° erwähnten Personen endet nach Ablauf der Periode, während deren sie der föderalen Regierung zur Verfügung gestellt waren.
De kiesonbekwaamheid van de onder 3° bedoelde personen houdt op wanneer de terbeschikkingstelling van de federale regering een einde neemt.