Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Diathese
Die nicht immer krankheitserregend sind
Eine immer engere Union der Völker Europas
Einhaltung der Verfassung sicherstellen
Erklärung zur Revision der Verfassung
Erreger
Europäische Verfassung
Immer engere Union
Oppurtunistisch
Verfassung
Verfassung der IAO
Verfassung der Internationalen Arbeitsorganisation
Verfassungsgesetz
Verfassungsvertrag
Vertrag über eine Verfassung für Europa

Traduction de « verfassung immer » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
Europäische Verfassung [ Verfassungsvertrag | Vertrag über eine Verfassung für Europa ]

Europese Grondwet [ Constitutioneel Verdrag | Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa ]


Verfassung der IAO | Verfassung der Internationalen Arbeitsorganisation

Statuut van de IAO | Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie


oppurtunistisch | Erreger | die nicht immer krankheitserregend sind

opportunistisch | toevallig schadelijk


immer engere Union

steeds hechter verbond | steeds hechtere Unie


eine immer engere Union der Völker Europas

een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa


Einhaltung der Verfassung sicherstellen

naleving van de grondwet verzekeren | ervoor zorgen dat de grondwet wordt nageleefd | naleving van de grondwet garanderen


Verfassung [ Verfassungsgesetz ]

grondwet [ constitutionele wet ]




Diathese | Verfassung

diathese | vatbaarheid voor een ziekte


Erklärung zur Revision der Verfassung

verklaring tot herziening van de Grondwet
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Verstößt Artikel 257 § 2 Nr. 3 des EStGB gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung, wenn die in Artikel 15 des EStGB vorgesehene Frist von 90 Tagen dahin ausgelegt wird, dass immer die Rede sein soll von ganzen Tagen der Unproduktivität, ohne dass akzeptiert wird, dass sich das Kriterium der ' 90 Tage ' ebenfalls auf eine Unproduktivität während eines Viertels der normalen Produktivität auf Jahresbasis beziehen kann?

Schendt artikel 257, § 2, 3° WIB de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet wanneer de termijn van 90 dagen zoals voorzien in artikel 15 WIB zo geïnterpreteerd wordt dat er steeds sprake moet zijn van de gehele dagen improductiviteit, zonder te aanvaarden dat het ' 90-dagen ' criterium ook betrekking kan hebben op een improductiviteit gedurende één vierde van de normale productiviteit op jaarbasis ?


Verstößt der vorerwähnte Artikel 33 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem die administrativen Geldbußen bei Abwesenheit des Führers immer zu Lasten des Inhabers des Nummernschildes des Fahrzeugs gehen, während die Artikel 67bis und Artikel 67ter des Gesetzes vom 16. März 1968 über die Straßenverkehrspolizei entweder der natürlichen Person oder der juristischen Person, auf deren Namen das Fahrzeug zugelassen ist, wohl die Möglichkeit bieten, einer Verfolgung zu entgehen, und zwar eben dadurch, dass sie die Identität der fü ...[+++]

Schendt voormeld artikel 33 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat de administratieve geldboeten bij afwezigheid van de bestuurder ten allen tijde ten laste van de houder van de kentekenplaat van het voertuig gelegd worden, terwijl de artikelen 67bis en artikel 67ter van de Wegverkeerswet van 16 maart 1968 hetzij de natuurlijke persoon, hetzij rechtspersoon, op wiens naam het voertuig is ingeschreven wel de mogelijkheid bieden om aan de vervolging te ontsnappen, precies door de identiteit van de persoon die het voertuig onder zich heeft te kennen te geven ?


1. « Verstößt Artikel 23 des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er nur Belgier, die ihre Staatsangehörigkeit von einem Elternteil haben, der am Tag ihrer Geburt Belgier war, und Belgier, denen die Staatsangehörigkeit aufgrund von Artikel 11 des vorerwähnten Gesetzbuches zuerkannt worden ist, von der Aberkennung der belgischen Staatsangehörigkeit ausschließt, nicht aber Belgier, die in Belgien geboren sind und immer in Belgien ihren Hauptwohnort gehabt haben, und den ...[+++]

1. « Schendt artikel 23 WBN de artikelen 10 en 11 Gw., in zoverre het enkel de Belgen van vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit uitsluit die hun nationaliteit hebben verkregen van een ouder die Belg was op de dag van hun geboorte en de Belgen wier nationaliteit werd toegekend op grond van artikel 11 WBN en niet de Belgen die in België geboren werden, alsook steeds in België hun hoofdverblijfplaats hebben gehad, en die op basis van het (oude) artikel 12 WBN de Belgische nationaliteit werd toegekend, doordat een ouder die het gezag uitoefent over een kind dat de leeftijd van achttien jaar niet heeft bereikt of niet ontvoogd is ...[+++]


« Verstößt Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschrechtskonvention, indem er vorsieht, dass die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung vom Kind nicht mehr eingereicht werden kann, nachdem es das 22. Lebensjahr vollendet hat oder nach einem Jahr, wenn es immer gewusst hat, dass die Person, die es anerkannt hat, nicht sein Vater ist, und zwar in dem Fall, dass die väterliche Anerkennung nicht mit der biologis ...[+++]

« Schendt artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning niet meer kan worden ingesteld door het kind na de leeftijd van 22 jaar of na één jaar indien het steeds geweten heeft dat de persoon die het heeft erkend niet zijn vader is, en dit in het geval waarin de vaderlijke erkenning niet overeenstemt met de biologische waarheid en op een bezit van staat berust dat niet voortdurend is ?


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 26. Februar 2015 in Sachen R.S. und M.S., dessen Ausfertigung am 5. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Gent, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 347-1 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er zur Folge hat, dass ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 26 februari 2015 in zake R.S. en M.S., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 347-1 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het tot gevolg heeft dat : - een nieuwe gew ...[+++]


Befragt wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 347-1 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmung zur Folge habe, dass « eine neue einfache Adoption völlig unmöglich ist im Falle einer volljährigen Person mit einem auf einer Volladoption beruhenden Abstammungsverhältnis, wenn der Adoptierende verstorben ist, während bei einer volljährigen Person mit einem ursprünglichen Abstammungsverhältnis eine einfache Adoption immer möglich ist, und zwar auch dann, wenn ihre beiden Eltern n ...[+++]

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 347-1 van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het tot gevolg zou hebben dat « een nieuwe gewone adoptie absoluut onmogelijk is van een meerderjarige persoon met een volle adoptieve afstammingsband, bij overlijden van de adoptant, daar waar bij een meerderjarige persoon met een oorspronkelijke afstammingsband een gewone adoptie steeds mogelijk is, zelfs wanneer diens beide ouders nog in leven zijn ».


Der dritte Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6190 ist abgeleitet aus einem Verstoß gegen die Artikel 10, 11 und 23 der Verfassung und gegen Artikel 6 der Richtlinie 92/43/EWG des Rates vom 21. Mai 1992 zur Erhaltung der natürlichen Lebensräume sowie der wildlebenden Tiere und Pflanzen (nachstehend: Habitatrichtlinie) sowie gegen Artikel 6 des Aarhus-Übereinkommens durch die Artikel 155, 226 und 390 des Dekrets über die Umgebungsgenehmigung, weil, abgesehen von der Ausnahme für Tätigkeiten, die materielle Eingriffe in die Umwelt zur Folge haben, bei einer reinen Erneuerung einer Umgebungsgenehmigung oder Umwandlung einer Umweltgenehmigun ...[+++]

Het derde middel in de zaak nr. 6190 is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet en van artikel 6 van de richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (hierna : Habitatrichtlijn) alsook van artikel 6 van het Verdrag van Aarhus door de artikelen 155, 226 en 390 van het Omgevingsvergunningsdecreet omdat, behoudens de uitzondering voor activiteiten die fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg hebben, bij een loutere hernieuwing van een omgevingsvergunning of omzetting van een milieuvergunning in een omgevingsvergunning geen ...[+++]


Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 6190 sind der Auffassung, dass die angefochtenen Artikel im Widerspruch zu Artikel 23 Absatz 3 Nr. 4 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 6 der Habitatrichtlinie, stünden, weil die Verpflichtungen der Habitatrichtlinie auch für Betriebe gelten würden, die nicht als « Projekt » im Sinne von Artikel 6 Absatz 3 der Habitatrichtlinie eingestuft werden können, sodass die Habitatrichtlinie nicht immer einem Initiator ein Recht verleihe, eine bestimmte Tätigkeit auszuüben.

De verzoekende partijen in de zaak nr. 6190 zijn van oordeel dat de bestreden artikelen strijdig zijn met artikel 23, derde lid, 4°, van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van de Habitatrichtlijn, omdat de verplichtingen van de Habitatrichtlijn ook zouden gelden voor exploitaties die niet kunnen worden gekwalificeerd als « project » in de zin van artikel 6, lid 3, van de Habitatrichtlijn, zodat de Habitatrichtlijn niet voor altijd aan een initiatiefnemer een recht verleent om een bepaalde activiteit uit te oefenen.


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 18. April 2016 in Sachen B.L. gegen das Landesinstitut für Kranken- und Invalidenversicherung, dessen Ausfertigung am 26. April 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Lüttich, Abteilung Huy, folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt: - « Verstößt Artikel 2 Nr. 7 des Gesetzes vom 31. März 2010 [über die Vergütung von Schäden infolge von Gesundheitspflegeleistungen] gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einen anormalen Schaden als Schaden, der unter Berücksichtigung des ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 18 april 2016 in zake B.L. tegen het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 april 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Hoei, de volgende prejudiciële vragen gesteld : - « Schendt artikel 2, 7°, van de wet van 31 maart 2010 [betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het abnormale schade definieert als schade die zich niet had moeten voordoen in de huidige stand van de we ...[+++]


« Verstößt Artikel 21 Absatz 2 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er sogar für Klagen auf Nichtigerklärung von Verurteilungen zu administrativen Geldbußen strafrechtlicher Art zwingende Fristen für die verschiedenen Verfahrensschritte festlegt, und damit als Folge eine unwiderlegbare Vermutung des Verlusts des Interesses an dem Verfahren und eine Abweisung der Klage verknüpft, während ein verurteilter Rechtsuchender immer ein Interesse daran hat, dass seine ...[+++]

« Schendt artikel 21, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het, zelfs voor beroepen tot nietigverklaring van een veroordeling tot administratieve geldboeten van strafrechtelijke aard, voorziet in strikte termijnen voor de verschillende stappen van de rechtspleging en daaraan, als gevolg, een onweerlegbaar vermoeden van verlies van belang bij de rechtspleging en een verwerping van het beroep koppelt, terwijl een veroordeelde rechtszoekende steeds belang erbij heeft dat zijn veroordeling nietig wordt verklaard, zodat die regel in die specifieke m ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

' verfassung immer' ->

Date index: 2025-04-25
w