Der dritte Klagegrund ist aus dem Verstoss gegen Artikel 4 Nr. 16 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 in Verbindung mit den in Ausführung von Artikel 138 der Verfassung erlassenen Bestimmungen abgeleitet, insofern Artikel 11 des Gesetzes vom 7. April 1999, indem er vorsehe, dass der Arbeitgeber verpflichtet sei, « gege
benenfalls auf eine angemessene Ausbildung zu achten », die Umschulung und berufliche Weiterbildung regele, die in den Zuständigkeitsbereich der Gemeinschaft
en fielen, oder sie zumindest in unverhältnismässiger Weise b
...[+++]eeinträchtige.
Het derde middel is afgeleid uit de schending van artikel 4, 16°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, gelezen in samenhang met de bepalingen die zijn aangenomen ter uitvoering van artikel 138 van de Grondwet, in zoverre artikel 11 van de wet van 7 april 1999, doordat het bepaalt dat de werkgever verplicht is « desgevallend, te zorgen voor een gepaste vorming » de beroepsomscholing en bijscholing zou regelen, die onder de bevoegdheid van de gemeenschappen vallen of, op zijn minst, er op onevenredige wijze afbreuk aan zou doen.