Vertaling van "zumindest in artikel 7 vorgesehene behandlung gewährt " (Duits → Nederlands) :

Art. 3 - Zusätzlich zu der in Kapitel I erwähnten Beihilfe und in Anwendung von Artikel 1 Absatz 3 a) der delegierten Verordnung (EU) 2016/1613 der Kommission vom 8. September 2016 über eine außergewöhnliche Anpassungsbeihilfe für Milcherzeuger und Landwirte in anderen Tierhaltungssektoren, nachstehend "die Verordnung 2016/1613 vom 8. September 2016" genannt, werden jenen Landwirten, denen die in der Verordnung 2016/1612 vom 8. September 2016 vorgesehene Beihilfe gewährt worden ist, 10 Cent pro Liter Milch gewährt.
Art. 3. Ter aanvulling van de in hoofdstuk I bedoelde steun en overeenkomstig artikel 1, derde lid, a) van gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1613 van de Commissie van 8 september 2016 tot vaststelling van buitengewone aanpassingssteun voor melkproducenten en landbouwers in andere veehouderijsectoren, hierna "Verordening 2016/1613 van 8 september 2016" genoemd, worden 10 centen per melkliter toegekend aan de landbouwers die in aanmerking zijn gekomen voor de steun bedoeld in Verordening 2016/1612 van 8 september 2016.

Nach Erteilung des Aufenthaltstitels muss Opfern, die nicht über ausreichende Mittel verfügen, gemäß Artikel 9 zumindest die in Artikel 7 vorgesehene Behandlung gewährt werden
Artikel 9 bepaalt dat slachtoffers die niet over voldoende middelen beschikken, na de afgifte van de verblijfstitel ten minste dezelfde behandeling moeten krijgen als die waarin artikel 7 voorziet

Nach Erteilung des Aufenthaltstitels muss Opfern, die nicht über ausreichende Mittel verfügen, gemäß Artikel 9 zumindest die in Artikel 7 vorgesehene Behandlung gewährt werden.
Artikel 9 bepaalt dat slachtoffers die niet over voldoende middelen beschikken, na de afgifte van de verblijfstitel ten minste dezelfde behandeling moeten krijgen als die waarin artikel 7 voorziet.

« Verstösst Artikel 9ter des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 [über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern] gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 3 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, durch den ein absoluter Schutz gegen unmenschliche und erniedrigende Behandlung gewährt wird, indem er von den Antragstellern auf subsidiären Schutz, die sich auf ihren gesundheitlichen Zustand berufen, den Nachweis ihrer Identität verlangt, während dieses Erfordernis nicht gilt für die anderen Antragsteller auf subsidiären Schutz aufgrund von Artikel 48/4 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 mit dem Ziel, internationalen Schutz zu erhalten?
« Schendt artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 [betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, dat een absolute bescherming waarborgt tegen onmenselijke en vernederende behandelingen, doordat het van de aanvragers van subsidiaire bescherming die hun gezondheidstoestand aanvoeren vereist dat zij het bewijs van hun identiteit leveren, terwijl die vereiste niet wordt opgelegd aan de andere aanvragers van subsidiaire bescherming op grond van artikel 48/4 van de wet van 15 december 1980, teneinde internationale bescherming te verkrijgen ?

„Zahlungsdienstleister“ eine der in Artikel 1 Absatz 1 der Richtlinie 2007/64/EG genannten Kategorien juristischer Personen oder eine in Artikel 26 dieser Richtlinie genannte natürliche oder juristische Person, jedoch mit Ausnahme der Institute, die in Artikel 2 der Richtlinie 2006/48/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 14. Juni 2006 über die Aufnahme und Ausübung der Tätigkeit der Kreditinstitute (Neufassung) genannt sind und für die ein Mitgliedstaat die in Artikel 2 Absatz 3 der Richtlinie 2007/64/EG vorgesehene Ausnahme gewährt hat.
5. „betalingsdienstaanbieder”: een van de in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2007/64/EG bedoelde categorieën rechtspersonen en de natuurlijke of rechtspersonen als bedoeld in artikel 26 van genoemde richtlijn, met uitzondering van de instellingen genoemd in artikel 2 van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen waaraan door een lidstaat ontheffing is verleend op grond van artikel 2, lid 3, van Richtlijn 2007/64/EG.

« Verstösst Artikel 9ter des Gesetzes vom 15hhhhqDezember 1980 [über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern] gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 3 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, durch den ein absoluter Schutz gegen unmenschliche und erniedrigende Behandlung gewährt wird, indem er von den Antragstellern auf subsidiären Schutz, die sich auf ihren gesundheitlichen Zustand berufen, den Nachweis ihrer Identität verlangt, während dieses Erfordernis nicht gilt für die anderen Antragsteller auf subsidiären Schutz aufgrund von Artikel 48/4 des Gesetzes vom 15hhhhqDezember 1980 mit dem Ziel, internationalen Schutz zu erhalten?
« Schendt artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 [betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen] artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, dat een absolute bescherming waarborgt tegen onmenselijke en vernederende behandelingen, doordat het van de aanvragers van subsidiaire bescherming die hun gezondheidstoestand aanvoeren vereist dat zij het bewijs van hun identiteit leveren, terwijl die vereiste niet wordt opgelegd aan de andere aanvragers van subsidiaire bescherming op grond van artikel 48/4 van de wet van 15 december 1980, teneinde internationale bescherming te verkrijgen ?

(1) Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass Inhabern eines Aufenthaltstitels, die nicht über ausreichende Mittel verfügen, zumindest die in Artikel 7 vorgesehene Behandlung gewährt wird.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat houders van een verblijfstitel die niet over voldoende middelen beschikken, ten minste dezelfde behandeling krijgen als die waarin artikel 7 voorziet.

Es scheint, dass andere Mitgliedstaaten Inhabern von Aufenthaltstiteln keine weiterreichenden Dienstleistungen gewähren, obwohl die Formulierung, dass Inhabern eines Aufenthaltstitels „zumindest“ die während der Bedenkzeit vorgesehene Behandlung zu gewähren ist, hierzu ermutigen soll.
Er zijn geen aanwijzingen dat andere lidstaten meer diensten aan houders van een verblijfstitel aanbieden, ondanks de aanmoediging in de richtlijn, die specificeert dat de behandeling na de afgifte van de verblijfstitel ‘ten minste’ dezelfde moet zijn als de behandeling gedurende de bedenktijd.