23. ist in Anbetracht der Entwicklungen bei der GASP und der ESVP sowie in Erwartung weiterer Entwicklungen, die sich
aus dem Konvent zur Zukunft Europas ergeben könnten, der Auffassung, dass es für das Parlament zwingend notwendig ist, in der Lage zu sein, seine Verantwortlichkeiten im Hinblick auf die parlamentarische Kontrolle und die Stärkung der demokratischen Legitimität der externen Dimension der Union wahrzunehmen; stellt ferner fest, dass das Parla
ment eine zunehmend aktivere Rolle bei der Wahlbeobachtung weltweit übernimmt;
...[+++] 23. is met het oog op de ontwikkelingen in het GBVB en het EVDB en in afwachting van verdere ontwikkelingen in verband met de Conventie over de toekomst van Europa van mening dat het Parlement absoluut in staat moet zijn zijn verantwoordelijkheden op het gebied van parlementair toezicht uit te oefenen en een grotere democratische legitimiteit moet bieden voor de externe dimensie van de Unie; wijst er tevens op dat het Parlement een steeds actievere rol speelt bij het waarnemen van verkiezingen in de hele wereld;