(1) Der Zugang zur Außenhilfe der Gemeinschaft auf der Grundlage der Gegenseitigkeit wird Ländern gewährt, die in den Anwendungsbereich von Artikel 3 Absatz 4 fallen, sofern sie den Mitgliedstaaten und den betreffenden Empfängerländern zu denselben Bedingungen Zugang gewähren.
1. De buitenlandse hulp van de Gemeenschap staat open voor een land waarop artikel 3, lid 4, van toepassing is, mits dat land de lidstaten en het betrokken ontvangende land onder dezelfde voorwaarden toegang biedt.