Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Anleihe einschliesslich Zinsen
Geld auf
Hauptforderung und Zinsen
Hauptschuld und Zinsen
Insofern
Kapital und Zinsen
Sich mit
X Prozent Zinsen abwerfen
X Prozent Zinsen bringen
X Prozent Zinsen geben

Traduction de «zinsen insofern » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
Anleihe einschliesslich Zinsen | Hauptforderung und Zinsen | Hauptschuld und Zinsen | Kapital und Zinsen

hoofdsom en rente


Geld auf(gegen)Zinsen ausleihen | Geld auf(gegen)Zinsen leihen | Geld auf(gegen)Zinsen verleihen

geld uitzetten


sich mit(zu)X Prozent verzinsen | X Prozent Zinsen abwerfen | X Prozent Zinsen bringen | X Prozent Zinsen geben

X percent/procent renten


TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten E. De Groot und J. Spreutels, und den Richtern L. Lavrysen, A. Alen, T. Merckx-Van Goey, F. Daoût und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 25. Juni 2015 in Sachen Annemieke Bossaerts und Kathelijne Bossaerts gegen die Flämische Region, dessen Ausfertigung am 31. Juli 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Antwerpen, Abteilung Antwerpen, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 70 Absatz 2 des Erbschaftssteuergesetzbuches in Ve ...[+++]

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, T. MerckxVan Goey, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 25 juni 2015 in zake Annemieke Bossaerts en Kathelijne Bossaerts tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 juli 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 70, lid 2 W. Succ., in samenhang gelezen met artikel 7 W. Succ., de artikelen 10, 11 en 16 ...[+++]


« Verstößt Artikel 2277 des Zivilgesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass ' alles, was jährlich oder in kürzeren, periodisch wiederkehrenden Fristen zahlbar ist ' mit den Schulden in Bezug auf Rückstände von Renten, Mieten und Zinsen von geliehenem Geld gleichzustellen ist, ohne dass aus diesem Grund die Anwendung dieser Bestimmung auf eine Forderung bezüglich anderer Elemente als Zinsen oder Einkünfte ausgeschlossen wäre, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er einen nicht vernünftig gerechtfertigten Unterschied unte ...[+++]

« Schendt artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat ' al hetgeen betaalbaar is bij het jaar of bij kortere termijnen ' moet worden gelijkgesteld met de schulden van termijnen van renten, huren en interesten van geleende sommen, zonder dat daarom de toepassing van die bepaling op een vordering die andere elementen dan interesten of inkomsten omvat, zou zijn uitgesloten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een niet redelijk verantwoord onderscheid invoert onder de schuldenaars van periodie ...[+++]


75. Folglich ist festzustellen, dass das Königreich Belgien dadurch gegen seine Verpflichtungen aus Art. 56 AEUV und Art. 36 EWR-Abkommen verstoßen hat, dass es eine Regelung eingeführt und beibehalten hat, die für von gebietsfremden Banken gezahlte Zinsen eine insofern diskriminierende Besteuerung vorsieht, als eine Steuerbefreiung ausschließlich auf von gebietsansässigen Banken gezahlte Zinsen Anwendung findet ».

75. Bijgevolg dient te worden vastgesteld dat het Koninkrijk België, door de invoering en instandhouding van een regeling waarbij door niet-ingezeten banken betaalde interesten discriminatoir worden belast als gevolg van de toepassing van een belastingvrijstelling die uitsluitend geldt voor door ingezeten banken betaalde interesten, de krachtens artikel 56 VWEU en artikel 36 EER-Overeenkomst op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen ».


« Sind die Artikel 56 und 63 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union und die Artikel 36 und 41 des Abkommens über den Europäischen Wirtschaftsraum dahingehend auszulegen, dass sie es einem Mitgliedstaat nicht erlauben, Rechtsvorschriften zu erlassen und beizubehalten, die für von gebietsfremden Banken gezahlte Zinsen eine insofern höhere Besteuerung einführen, als eine Steuerbefreiung beziehungsweise ein niedrigerer Steuersatz ausschließlich auf von belgischen Banken gezahlte Zinsen Anwendung findet?

« Moeten de artikelen 56 en 63 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de artikelen 36 en 41 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte in die zin worden geïnterpreteerd dat zij een lidstaat niet toelaten een regeling in te voeren en te handhaven volgens welke door niet-ingezeten banken uitbetaalde interesten hoger worden belast doordat een belastingvrijstelling of een lager belastingtarief uitsluitend voor door Belgische banken uitbetaalde interesten wordt toegepast ?


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Die Artikel 174/1 und 313 des EStGB 1992, die durch die Artikel 28 und 33 des angefochtenen Gesetzes eingefügt beziehungsweise ersetzt wurden, stünden im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 172 der Verfassung und - laut dem zweiten Klagegrund - zu Artikel 22 der Verfassung und zu Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern sie die Steuerpflichtigen, die der durch das angefochtene Gesetz eingeführten Abgabe unterlägen, weil sie Dividenden und Zinsen erhielten, deren Betrag höher sei als der in Artikel 174/1 festgelegte ...[+++]

De artikelen 174/1 en 313 van het WIB 1992, respectievelijk ingevoegd en vervangen bij de artikelen 28 en 33 van de bestreden wet, zouden in strijd zijn met de artikelen 10 en 172 van de Grondwet en, luidens het tweede middel, met artikel 22 van de Grondwet en met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij op identieke wijze belastingplichtigen behandelen die zijn onderworpen aan de bij de bestreden wet gevestigde heffing omdat zij dividenden en interesten verkrijgen waarvan het bedrag hoger ligt dan het bij artikel 174/1 vastgestelde bedrag, en diegenen die niet daaraan zijn onderworpen omdat de dividenden en interesten die zij innen ...[+++], dat bedrag niet bereiken of daarop een roerende voorheffing van 25 pct. wordt toegepast, in zoverre de dividenden en interesten van de enen en de anderen aan het « centraal aanspreekpunt » zouden moeten worden meegedeeld en in de belastingaangifte vermeld : dat zou afbreuk doen aan het bevrijdende karakter van de roerende voorheffing, aan de rechten van de belastingplichtigen (die de meerderheid uitmaken) wier in het geding zijnde inkomsten onder het bij de wet vastgestelde bedrag liggen, zodat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht zich te wenden tot andere beleggingen (eerste middel), aan het fiscaal bankgeheim bepaald in artikel 318 van het WIB 1992 en aan de bescherming van het privéleven, waarbij de belastingplichtigen bovendien worden blootgesteld aan het risico dat een onvolledig vermogenskadaster wordt gevormd (tweede middel).


« Verstösst Artikel 2277 des Zivilgesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass ' alles, was jährlich oder in kürzeren, periodisch wiederkehrenden Fristen zahlbar ist ' mit den Schulden in Bezug auf Rückstände von Renten, Mieten und Zinsen von geliehenem Geld gleichzustellen ist, ohne dass aus diesem Grund die Anwendung dieser Bestimmung auf eine Forderung bezüglich anderer Elemente als Zinsen oder Einkünfte ausgeschlossen wäre, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er einen nicht vernünftig gerechtfertigten Unterschied unt ...[+++]

« Schendt artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat ' al hetgeen betaalbaar is bij het jaar of bij kortere termijnen ' moet worden gelijkgesteld met de schulden van termijnen van renten, huren en interesten van geleende sommen, zonder dat daarom de toepassing van die bepaling op een vordering die andere elementen dan interesten of inkomsten omvat, zou zijn uitgesloten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een niet redelijk verantwoord onderscheid invoert onder de schuldenaars van periodie ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zinsen insofern' ->

Date index: 2022-12-24
w