Vertaling van "zielen initiativen mittels anreizmaßnahmen abdecken " (Duits → Nederlands) :

Ein mit diesem Beschluss errichtetes Netzwerk der öffentlichen Arbeitsverwaltungen (im Folgenden „ÖAV-Netzwerk“) sollte zusätzlich zu allgemeinen Aspekten der geografischen Mobilität ein breites Spektrum von Zielen und Initiativen mittels Anreizmaßnahmen abdecken , die auf eine Verbesserung der Zusammenarbeit zwischen den Mitgliedstaaten im Bereich der Beschäftigung ausgerichtet sind.
Het netwerk van ODA's dat krachtens dit besluit wordt opgericht („het netwerk”), dient , naast de algemene aspecten van geografische mobiliteit, een breed scala aan doelstellingen en initiatieven te omvatten , die als stimuleringsmaatregelen de samenwerking tussen lidstaten op het gebied van werkgelegenheid moeten verbeteren.

Ein mit diesem Beschluss errichtetes Netzwerk der öffentlichen Arbeitsverwaltungen (im Folgenden „ÖAV-Netzwerk“) sollte zusätzlich zu allgemeinen Aspekten der geografischen Mobilität ein breites Spektrum von Zielen und Initiativen mittels Anreizmaßnahmen abdecken, die auf eine Verbesserung der Zusammenarbeit zwischen den Mitgliedstaaten im Bereich der Beschäftigung ausgerichtet sind.
Het netwerk van ODA's dat krachtens dit besluit wordt opgericht („het netwerk”), dient, naast de algemene aspecten van geografische mobiliteit, een breed scala aan doelstellingen en initiatieven te omvatten, die als stimuleringsmaatregelen de samenwerking tussen lidstaten op het gebied van werkgelegenheid moeten verbeteren.

Die Mittel werden dazu dienen, im Einklang mit dem Übereinkommen von Paris und den Zielen für nachhaltige Entwicklung im Rahmen der Agenda 2030 die Meeresverschmutzung zu bekämpfen und Schutzgebiete auszuweiten, die Sicherheit der Weltmeere zu erhöhen, Initiativen der „Blauen Wirtschaft“ und die nachhaltige Fischerei zu fördern sowie die Anstrengungen der EU zur Bekämpfung des Klimawandels zu verstärken.
De middelen zullen dienen om de strijd tegen de vervuiling van de zeeën op te voeren, de beschermde gebieden uit te breiden, de veiligheid op zee te verhogen, initiatieven op het gebied van de blauwe economie aan te moedigen, duurzame visserij te bevorderen en de inspanningen van de EU tegen klimaatverandering te intensiveren, in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling in het kader van Agenda 2030.

Insofern die klagenden Parteien einen Behandlungsunterschied gegenüber hohen Beamten, die gleichwertige Tätigkeiten innerhalb der Verwaltungen der Wallonischen Region ausübten, bemängeln würden, wurde in der Begründung zum angefochtenen Dekret präzisiert: « Der Zielsetzungsvertrag dient zunächst dazu, nach einer Konzertierung und daher einem Dialog innerhalb des Direktionsausschusses die Aufgaben eines jeden zu klären. Es sei daran erinnert, dass es tatsächlich nur den Gewählten obliegt, die politischen Ziele zu bestimmen. Anschließend obliegt es dem Generaldirektor, nach Absprache mit den Diensten und insbesondere dem Finanzdirektor und dem Kollegium, im Rahmen des Zielsetzungsvertrags zu bestimmen, welche Mittel zur Verfügung stehen, um diese politischen Ziele operationell aufgliedern zu können. [...] [Der Zielsetzungsvertrag] bezweckt, die politischen Ausrichtungen, die im allgemeinen Richtlinienprogramm oder im transversalen Strategieprogramm bestimmt wurden, operationell und in konkrete Maßnahmen umzusetzen. Er wird zwischen der Exekutive sowie dem Generaldirektor und seiner Verwaltung geschlossen, und drückt das allgemeine Richtlinienprogramm in Aufgaben und Zielen aus. Darin werden sie in konkrete Initiativen und Projekte aufgegliedert, und er enthält eine Zusammenfassung der menschlichen und finanziellen Mittel, die für die Umsetzung verfügbar oder notwendig sind. Letztere werden zwischen dem Kollegium und dem Generaldirektor abgesprochen. Da an dem Zielsetzungsvertrag die Verwaltung insgesamt beteiligt ist, ist es von vorrangiger Bedeutung, dass der Direktionsausschuss, der über alle Fragen bezüglich der Organisation und der Funktionsweise der Dienste befinden soll, ebenfalls damit befasst wird. Aus dem Vorstehenden ergibt sich insbesondere, dass es nicht dem Generaldirektor obliegt, die politischen Ziele zu bestimmen » (Parl. Dok., Wallonisches Parlament, 2012-2013, Nr. 744/1, SS. 2-3).
In zoverre de verzoekende partijen zich zouden beklagen over een verschil in behandeling met hoge ambtenaren die gelijkwaardige activiteiten uitoefenen binnen de administraties van het Waalse Gewest, wordt in de memorie van toelichting van het bestreden decreet gepreciseerd : « De doelstellingenovereenkomst heeft in de eerste plaats tot doel de aan elkeen toegewezen taken te verduidelijken na overleg en dus dialoog binnen het directiecomité. Ter herinnering, het staat wel degelijk uitsluitend aan de verkozenen de beleidsdoelstellingen te bepalen. Vervolgens zal de directeur-generaal, na overleg met de diensten en met name met de financieel directeur en het college, in het kader van de doelstellingenovereenkomst, de beschikbare middelen moeten identificeren teneinde die beleidsdoelstellingen operationeel te maken. [...] [De doelstellingenovereenkomst] zal ertoe strekken de in het algemeen beleidsprogramma of het transversale strategische programma geïdentificeerde beleidslijnen te vertalen op operationeel vlak en in concrete acties. Die overeenkomst wordt gesloten tussen de Executieve en de directeur-generaal en zijn administratie, en zal het algemeen beleidsprogramma vertalen in opdrachten en te bereiken doelen. Zij zal die ombuigen in concrete initiatieven en projecten en een samenvatting bevatten van de beschikbare en of voor de uitvoering ervan vereiste middelen op menselijk en financieel vlak. Over die middelen zal overleg worden gepleegd tussen het college en de directeur-generaal. Aangezien de administratie in haar geheel bij de doelstellingenovereenkomst is betrokken, is het primordiaal dat het directiecomité, dat kennis moet nemen van alle vragen in verband met de organisatie en de werking van de diensten, ook hierover wordt ingelicht. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit met name voort dat het niet aan de directeur-generaal staat de beleidsdoelstellingen vast te stellen » (Parl. St., Waals Parlement, 2012-2013, nr. 744/1, pp. 2-3).

44. erkennt an, wie rasch die G20-Mitglieder dem IWF zusätzliche Mittel gewährt haben, insbesondere in Form von zusätzlichen Sonderziehungsrechten, um die Volkswirtschaften von Entwicklungsländern zu stabilisieren, und würdigt die schnelle Zuteilung solcher Mittel an bedürftige Länder durch den IWF; erinnert allerdings an den unzureichenden Umfang der Initiativen der G20, die bislang weniger als 10% der geschätzten Finanzausfälle von Entwicklungsländern im Jahr 2009 von 700 Mrd. US-Dollar (nach Voraussagen der Weltbank) abdecken;
44. spreekt zijn waardering uit voor de snelheid waarmee de leden van de G20 extra middelen hebben toegezegd voor het IMF, met name in de vorm van aanvullende speciale trekkingsrechten om de economieën van de ontwikkelingslanden te stabiliseren, en prijst bovendien de snelle toewijzing van deze middelen door het IMF aan de landen die ze nodig hebben; wijst echter op de ontoereikende draagwijdte van de initiatieven die de G20 tot dusver heeft ontplooid, en die minder dan 10% dekken van de geraamde financiële tekorten van de ontwikkelingslanden in 2009, welke volgens de prognoses van de Wereldbank moeten worden becijferd op 700 miljard USD;

29. stellt fest, dass zur nachhaltigen Entwicklung ökologische, soziale und wirtschaftliche Dimensionen gehören; betont, dass kein Widerspruch, sondern wirkliche gegenseitige Ergänzung zwischen den Zielen der Arbeitsplatzschaffung und der Wirtschaftsent-wicklung und den Strategien für dauerhafte Entwicklung besteht und dass diese Entwicklung wesentlich zur Schaffung neuer Modelle und Methoden der Produktion beitragen kann; weist erneut darauf hin, dass die Wirtschaft auf örtlicher Ebene entscheidende Beiträge dazu zu leisten hat, den Transportbedarf zu senken, den sozialen Zusammenhalt zu sichern, Einfuhren zu reduzieren und den Aufbau flexiblerer Arbeitsorganisationsformen zu unterstützen, und fordert deshalb den Rat und die Kommission dringend auf, die Mittel der Haushaltslinie für lokale Beschäftigungs-initiativen auf ihrem Stand zu halten;
29. constateert dat aan duurzame ontwikkeling zowel milieu-, sociale als economische aspecten zijn verbonden; onderstreept dat beleidsmaatregelen die zich richten op het scheppen van werkgelegenheid, economische groei en duurzame ontwikkeling elkaar niet in de weg staan, maar juist aanvullen; duurzame ontwikkeling kan namelijk een belangrijke rol spelen bij het creëren van nieuwe modellen en productiemethoden; benadrukt opnieuw dat de plaatselijke economie een essentiële functie te vervullen heeft bij de beperking van transportbehoeften, de instandhouding van de sociale samenhang, het terugdringen van de invoer en het helpen ontwikkelen van flexibeler werkpatronen, en dringt er derhalve bij de Raad en de Commissie op aan niet te raken aan de begrotingslijn voor plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven;

III. ZIELE Ausgehend von den Zielen der Europäischen Union im Bereich der Entwicklungszusammenarbeit sollte die dezentralisierte Zusammenarbeit einen Beitrag leisten zu - einer besseren nachhaltigen Entwicklung im wirtschaftlichen und sozialen Bereich, da hierdurch den Bedürfnissen und Fähigkeiten zur Eigeninitiative der Bevölkerung der betroffenen Länder besser entsprochen und die endogene Entwicklung gefördert werden kann; - der Bekämpfung der Armut durch eine wirksamere Mobilisierung der Kräfte und Mittel der wirtschaftlichen und gesellschaftlichen Akteure entsprechend ihren eigenen Bedürfnissen; - der Stärkung der Demokratie und der Förderung der Menschenrechte durch die Hilfe, die im Hinblick auf die Stärkung und Diversifizierung der Zivilgesellschaft und der örtlichen Gemeinschaften geleistet wird, sowie zu der Schaffung von Möglichkeiten für die Bevölkerung, ihre Meinung zu äußern und Initiativen zu ergreifen.
III. DOELSTELLINGEN Uitgaande van de doelstellingen van de Europese Unie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking zou de gedecentraliseerde samenwerking moeten bijdragen tot - een betere duurzame economische en sociale ontwikkeling, omdat daarmee beter kan worden beantwoord aan de behoeften en initiatiefmogelijkheden van de bevolking van de betrokken landen en de inheemse ontwikkeling beter kan worden bevorderd - de strijd tegen de armoede, door een doeltreffender activering van energie en middelen van de economische en sociale instanties, naar gelang van hun eigen behoeften - de versterking van de democratie en de bevordering van de mensenrechten, via steun aan de versterking en diversificatie van de civiele samenleving en de plaatselijke overheden, en door de bevolking ruimte te geven voor meningsuiting en actie.