« Steht Artikel 38 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle in der durch Artikel 40 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 1989 abgeänderten Fassung im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, dass, wenn der Lehrling oder der Minderjährige während des Zeitraums zeitweiliger Arbeitsunfähigkeit volljährig wird, die Grundentlohnung für
die Berechnung der täglichen Entschädigung ab diesem Datum gemäss Absatz 2 dieses Artikels festgelegt wird, wohingegen de
r Lehrling, der zum Zeitpunkt des Unfalls volljäh ...[+++]rig war, während des Zeitraums zeitweiliger Arbeitsunfähigkeit nicht den Vorteil von Absatz 2 von Artikel 38 geniessen kann?« Is artikel 38 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, zoals gewijzigd bij artikel 40 van de programmawet van 22 december 1989, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het bepaalt dat wanneer de leerling of de minderjarige gedurende de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid meerderjarig wordt, het basisloon voor de berekening van de dagelijkse vergoeding vanaf die datum wordt vastgesteld overeenkomstig het tweede lid van dat artikel, terwijl de leerling die o
p het ogenblik van het ongeval meerderjarig was, gedurende de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid het voordeel van het tweede lid van art
...[+++]ikel 38 niet kan genieten ?