Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Allgemeines Auswahlverfahren
Allgemeines Auswahlverfahren EG
External diseconomies
External economies
Externe Bedienstete
Externe Kosten
Externe Nachteile
Externe Prüfung
Externe Revision
Externe Verbrennung
Externe Vorteile
Externe Zuständigkeit
Externe Zuständigkeit EG
Externe Zuständigkeit der Gemeinschaft
Externe Überprüfung
Externes Audit
Externes Auswahlverfahren EG
Feiertag während der Dauer des Arbeitsvertrags
Internes Auswahlverfahren EG
Negative externe Effekte
Positive externe Effekte
Während der Sitzung
Zeitvertragsbedienstete
Zu lesen ist Absatz 1
« Verstösst Artikel 53 § 1

Vertaling van "während externe " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
external diseconomies | externe Kosten | externe Nachteile | negative externe Effekte

negatieve externe effecten


externe Prüfung (nom féminin) | externe Revision (nom féminin) | externes Audit (nom neutre) | externe Überprüfung (nom féminin)

externe audit (nom masculin)


Externe Zuständigkeit (EU) [ externe Zuständigkeit der Gemeinschaft | externe Zuständigkeit EG ]

externe bevoegdheid (EU) [ externe bevoegdheid van de EG | externe bevoegdheid van de Europese Gemeenschap ]


external economies | externe Vorteile | positive externe Effekte

external economies | positieve externe effecten


externe Kosten | externe Nachteile | negative externe Effekte

negatieve externe effecten




Feiertag während der Dauer des Arbeitsvertrags

feestdag tijdens de arbeidsovereenkomst


Zeitvertragsbedienstete [ externe Bedienstete ]

personeel op contractbasis [ extern personeel | niet-statutair personeel ]


Allgemeines Auswahlverfahren (EU) [ allgemeines Auswahlverfahren EG | externes Auswahlverfahren EG | internes Auswahlverfahren EG ]

vergelijkend onderzoek (EU) [ algemeen vergelijkend onderzoek EG | EG-vergelijkend onderzoek | intern vergelijkend onderzoek EG ]


IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Artikel 25 § 2 Buchstabe b) des Gesetzes vom 17. Mai 2006 « über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte » in Verbindung mit den Artikeln 25, 56 Absatz 2 und 80 des Strafgesetzbuches und mit Artikel 2 des Gesetzes vom 4. Oktober 1867 über die mildernden Umstände verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er zur Folge hat, dass eine Person, die sich in einem Zustand des gesetzlichen Rückfalls im Sinne von Artikel 56 Absatz 2 des Strafgesetzbuches befindet und durch das Korrektionalgericht wegen eines mi ...[+++]

Artikel 25, § 2, b), van de wet van 17 mei 2006 « betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten », in samenhang gelezen met de artikelen 25, 56, tweede lid, en 80 van het Strafwetboek en met artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg heeft dat een persoon die zich in staat van wettelijke herhaling bevindt in de zin van artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek en die door de correctionele rechtbank wordt v ...[+++]


« Verstößt Artikel 25 § 2 Buchstabe b) des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der [zu einer Freiheitsstrafe] verurteilten Personen [und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte] in Verbindung mit den Artikeln 25, 56 Absatz 2 und 80 des Strafgesetzbuches und mit Artikel 2 des Gesetzes vom 4. Oktober 1867 über die mildernden Umstände gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er zur Folge hat, dass eine Person, die sich in einem Zustand des gesetzlichen Rückfalls im Sinne von Artikel 56 Absatz 2 des Strafgesetzbuches befindet und durch das Korrektionalgericht wegen eines ...[+++]

« Schendt artikel 25, § 2, b), van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden [tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten], in samenhang gelezen met de artikelen 25, 56, tweede lid, en 80 van het Strafwetboek en met artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg heeft dat een persoon die zich in staat van wettelijke herhaling bevindt in de zin van artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek en die door de correctionele rechtbank wordt v ...[+++]


« (1) Verstoßen die Artikel II. 285 Absatz 2 und I. 3 Nr. 69 des flämischen Kodex des Hochschulwesens gegen die Artikel 10, 11 und 13 der Verfassung, an sich und/oder in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 und Artikel 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention, dahin ausgelegt, dass die Entscheidung einer Universität, einem Medizinstudenten infolge einer Bewertung während einer vergleichenden Auswahl, die während des letzten Jahres des Masterzyklus durchgeführt wird und gegebenenfalls zur Ausstellung einer Zulassungsbescheinigung führt, keine Zulassungsbescheinigung auszustellen, die es diesem Studenten erlauben würde, die weiterführen ...[+++]

« (1) Schenden de artikelen II. 285, tweede lid, en I. 3, 69°, van de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs, de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, op zich genomen en/of in samenlezing met artikel 6.1 en 13 EVRM, in de lezing dat de beslissing van een universiteit, om aan een student geneeskunde ingevolge een evaluatie tijdens een vergelijkende selectie georganiseerd tijdens het laatste jaar van de mastercyclus en culminerende in de al dan niet aflevering van een aanvaardingsattest, geen aanvaardingsattest toe te kennen dienstig om deze student toe te laten de vervolgopleiding te weten de manama in de specialistische geneeskunde aan te vatten binnen de geneeskunde-opleiding, geen voor de Raad voor Betwistingen inzake Studievoortgangsbeslissin ...[+++]


« Verstößt Artikel 25 § 2 Buchstabe b) des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte, in Verbindung mit den Artikeln 25, 56 Absätze 2 und 3 und 80 des Strafgesetzbuches und Artikel 2 des Gesetzes vom 4. Oktober 1867 über die mildernden Umstände, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er zur Folge hat, dass eine Person, die durch ein Korrektionalgericht wegen eines im Zustand des gesetzlichen Rückfalls begangenen, korrektionalisierten Verbrechens, das vor der Korrektionalierun ...[+++]

« Schendt artikel 25, § 2, b), van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, in samenhang gelezen met de artikelen 25, 56, tweede en derde lid, en 80 van het Strafwetboek en met artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg heeft dat een persoon die door een correctioneel rechtscollege is veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens een in staat van wettelijke herhaling gepleegde, gecorrectiona ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
« Verstoßen die Artikel 20, 25/2 und 59 Absatz 3 des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte, abgeändert beziehungsweise eingefügt durch das Gesetz vom 5. Februar 2016, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie die Gewährung jeglicher Modalität der Vollstreckung der Gefängnisstrafe mit Ausnahme derjenigen, auf die sich Artikel 4 § 2 bezieht, für den Inhaftierten ohne Aufenthaltstitel untersagen, während die ander ...[+++]

« Schenden de artikelen 20, 25/2 en 59, derde lid, van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, zoals gewijzigd of ingevoegd bij de wet van 5 februari 2016, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij de toekenning verbieden van elke modaliteit inzake uitvoering van de gevangenisstraf, met uitzondering van die welke is bedoeld in artikel 4, § 2, aan een gedetineerde zonder verblijfsvergunning, terwijl de andere gedetineerden die modaliteiten wel kunnen genieten ?


Die ausdrückliche zeitliche Begrenzung der Maßnahmen der externen Mobilität, während diese Begrenzung für die Maßnahmen der internen Mobilität nicht vorgesehen ist, kann dadurch gerechtfertigt werden, dass die externe Mobilität eine subsidiäre Maßnahme ist, während die interne Mobilität im neuen System die Regel ist.

De uitdrukkelijke beperking in de tijd van de maatregelen van externe mobiliteit, terwijl die beperking niet is voorzien voor maatregelen van interne mobiliteit kan worden verantwoord doordat de externe mobiliteit als subsidiaire maatregel is bedoeld, terwijl de interne mobiliteit in het nieuwe systeem de regel is.


Aus dem Umstand, dass in Artikel 147 Absatz 2 und Artikel 32 eine auf den Appellationshofbereich erweiterte Mobilität sowohl für bereits an den Arbeitsgerichten ernannte Magistrate im ersten Fall, als auch für neu ernannte Magistrate an dem Gericht erster Instanz im zweiten Fall vorgesehen ist, kann nicht abgeleitet werden, dass diese Gleichbehandlung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstoßen würde; während es sich in dem einen Fall um eine externe Mobilität handelt, geht es im anderen Fall um eine interne Mobilität.

Uit het feit dat artikel 147, tweede lid, en artikel 32 voorzien in een tot het rechtsgebied van het hof van beroep uitgebreide mobiliteit, zowel voor reeds benoemde magistraten in de arbeidsrechtbanken in het eerste geval, als voor pas benoemde magistraten in de rechtbank van eerste aanleg in het tweede geval, kan niet worden afgeleid dat die gelijke behandeling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zou schenden : terwijl het in het ene geval gaat om een externe mobiliteit, gaat het in het andere geval gaat om interne mobiliteit.


Das Strafvollstreckungsgericht Brüssel fragt den Hof, ob Artikel 53 Absatz 1 des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte, « dahingehend ausgelegt, dass er dem Verurteilten das absolute Verbot auferlegt, sich während der Sitzung von seinem Rechtsanwalt vertreten zu lassen », gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse.

De Strafuitvoeringsrechtbank te Brussel vraagt het Hof of artikel 53, eerste lid, van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, « in die zin geïnterpreteerd dat het aan de veroordeelde een absoluut verbod oplegt om op de zitting te kunnen worden vertegenwoordigd door zijn advocaat », de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt.


« Verstösst Artikel 53 § 1 [zu lesen ist: Absatz 1] des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte, dahingehend ausgelegt, dass er dem Verurteilten das absolute Verbot auferlegt, sich während der Sitzung von seinem Rechtsanwalt vertreten zu lassen, gegen den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Gleichheitsgrundsatz?

« Schendt artikel 53, § 1 [lees : eerste lid], van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, in die zin geïnterpreteerd dat het aan de veroordeelde een absoluut verbod oplegt om op de zitting te kunnen worden vertegenwoordigd door zijn advocaat, het grondwettelijke beginsel van gelijkheid vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?


« Verstösst Artikel 7 Absatz 2 des Gesetzes vom 26. Juli 1962 über das Dringlichkeitsverfahren in bezug auf die Enteignung zu gemeinnützigen Zwecken gegen den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung - an sich und in Verbindung mit den Artikeln 13 und 160 der Verfassung und den Artikeln 6 Absatz 1 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention - enthaltenen Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrundsatz, indem durch den obengenannten Artikel 7 Absatz 2 innerhalb der gleichen Gruppe von Rechtsuchenden (nämlich den Personen, die in den Artikeln 3 und 6 des Gesetzes vom 26. Juli 1962 genannt werden) ein Behandlungsunterschied eingeführt wird, der weder vernünftig gerechtfertigt ist noch auf einem objektiven Kriterium beruht, wobei dieser Be ...[+++]

« Schendt artikel 7, tweede lid, van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigeningen ten algemene nutte, het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en het niet-discriminatiebeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet op zichzelf beschouwd en samengelezen met de artikelen 13 en 160 van de Grondwet en de artikelen 6, § 1, en 14, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat door voormeld artikel 7, tweede lid, binnen éénzelfde groep justitiabelen (namelijk de personen die zijn bedoeld in de artikelen 3 en 6 van de wet van 26 juli 1962) een verschil in behandeling wordt ingesteld waarvoor geen redelijke verantwoording bestaat en welke niet op een objectief crit ...[+++]


w