Traduction de «wonach wohnung » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

eine Wohnung beschaffen | eine Wohnung stellen | eine Wohnung zur Verfügung stellen
huisvesting verschaffen

gesundheitsgefährdende Wohnung | sanierungsbedürftige Wohnung | ungesunde Wohnung
ongezonde woning

Ausweisung aus einer Wohnung [ Delogierung | Zwangsdelogierung | Zwangsräumung einer Wohnung ]
uitzetting uit een woning [ gerechtelijke uitzetting | uitzetting van de huurder ]

Ausbesserungen der Wohnung zu Lasten des Mieters | Wiederinstandsetzungskosten für die Wohnung nach Ablauf des Mietvertrags
herstelling ten laste van de huurder | reparatie waartoe de huurder verplicht is

Unverletzlichkeit der Wohnung
onschendbaarheid van de woning

mobile Wohnung
mobiele woning

Wohnung
woning

Duplex-Wohnung
Etagewoning

Unterkunft [ Wohngebäude | Wohnhaus | Wohnung ]
huisvesting [ woning | woonblok ]

Recht auf eine Wohnung [ Recht auf eine Wohnbeihilfe ]
recht op huisvesting [ recht op huisvestingssteun ]

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

In der Auslegung der fraglichen Bestimmungen, wonach die Schriftstücke und Erläuterungen, auf die sich die vom Polizeirichter erteilte Ermächtigung zum Betreten von bewohnten Gebäuden oder Räumlichkeiten stützt, vollständig dem Grundsatz der kontradiktorischen Beschaffenheit entzogen werden, erfüllen diese Bestimmungen nicht die Anforderungen von Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention und führen sie zu einer willkürlichen Einmischung in das Recht auf Unverletzlichkeit der Wohnung, das durch Artikel 15 der Verfassung und Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleistet wird.
In de interpretatie van de in het geding zijnde bepalingen volgens welke de bescheiden en toelichtingen waarop de machtiging of de toestemming van de politierechter om particuliere woningen of bewoonde lokalen te betreden is gebaseerd, volledig aan het beginsel van de tegenspraak worden onttrokken, voldoen die bepalingen niet aan de vereisten van artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en leiden zij tot een willekeurige inmenging in het recht op de onschendbaarheid van de woning, gewaarborgd bij artikel 15 van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

In der Auslegung der fraglichen Bestimmungen, wonach die Schriftstücke und Erläuterungen, auf die sich die vom Polizeirichter erteilte Ermächtigung zum Betreten von Wohnräumen stützt, vollständig dem Grundsatz der kontradiktorischen Beschaffenheit entzogen werden, erfüllen diese Bestimmungen nicht die Anforderungen von Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention und führen sie zu einer willkürlichen Einmischung in das Recht auf Unverletzlichkeit der Wohnung, das durch Artikel 15 der Verfassung und Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleistet wird.
In de interpretatie van de in het geding zijnde bepalingen volgens welke de bescheiden en toelichtingen waarop de toestemming van de politierechter om bewoonde lokalen te betreden is gebaseerd volledig aan het beginsel van de tegenspraak worden onttrokken, voldoen die bepalingen niet aan de vereisten van artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en leiden zij tot een willekeurige inmenging in het recht op de onschendbaarheid van de woning, gewaarborgd bij artikel 15 van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

Aus all diesen Elementen ergibt sich, dass in der Auslegung, wonach die zu Lasten des Vermieters vorgesehenen Verpflichtungen aufgehoben würden durch die Folgen der vom Mieter ausgehenden Gegenkündigung gemäss Artikel 3 § 5, diese Bestimmung von Buch III Titel VIII Kapitel II Abschnitt 2 des Zivilgesetzbuches, indem ohne Rechtfertigung die Mieter unterschiedlich behandelt werden, je nachdem, ob sie ihre Möglichkeit zur Kündigung nützen oder nicht, nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar ist, wobei die Ausübung dieser Möglichkeit, wie in B.3 in Erinnerung gerufen wurde, gewollt war, um das Recht auf Wohnung des Mieters, das durch Artikel 23 der Verfassung gewährleistet wird, zu verstärken.
Uit al die elementen vloeit voort dat, in de interpretatie dat de verplichtingen ten laste van de verhuurder zouden worden tenietgedaan door het effect van de tegenopzegging door de huurder, overeenkomstig artikel 3, § 5, die bepaling van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, van het Burgerlijk Wetboek niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door zonder enige verantwoording de huurders verschillend te behandelen naargelang zij al dan niet gebruik maken van hun mogelijkheid om de huurovereenkomst op te zeggen, waarbij de uitoefening van die mogelijkheid, zoals in B.3 eraan is herinnerd, is gewild teneinde het recht op huisvesting van de huurder gewaarborgd bij artikel 23 van de Grondwet te versterken.

In der Auslegung der fraglichen Bestimmung, wonach die Schriftstücke und Erläuterungen, auf die sich die Ermächtigung des Polizeirichters zum Betreten von Wohnräumen stützt, vollständig dem Grundsatz der kontradiktorischen Beschaffenheit entzogen werden, erfüllt diese Bestimmung nicht die Anforderungen von Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention und führt sie zu einer willkürlichen Einmischung in das Recht auf Unverletzlichkeit der Wohnung, das durch Artikel 15 der Verfassung und Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleistet wird.
In de interpretatie van de in het geding zijnde bepaling volgens welke de bescheiden en toelichtingen waarop de toestemming van de politierechter om bewoonde lokalen te betreden is gebaseerd volledig aan het beginsel van de tegenspraak worden onttrokken, voldoet die bepaling niet aan de vereisten van artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en leidt zij tot een willekeurige inmenging in het recht op de onschendbaarheid van de woning, gewaarborgd bij artikel 15 van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

Was schliesslich die Lage der Eigentümer, die ihren Wohnsitz im Ausland oder ausserhalb der Region Brüssel-Hauptstadt haben, einerseits und die Lage der Eigentümer, die ihren Wohnsitz in der Region Brüssel-Hauptstadt haben, andererseits betrifft, ist darauf zu verweisen, dass Artikel 18 § 3 der Brüsseler Ordonnanz allgemein von Paragraph 2 desselben Artikels abweicht, wonach eine Wohnung, in der die natürliche Person, die Eigentümerin oder Inhaberin von dinglichen Rechten ist, ihren Wohnsitz hat, nicht als leerstehende Wohnung gilt.
Wat ten slotte het lot betreft van de eigenaars die in het buitenland of buiten het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gedomicilieerd zijn, enerzijds, en het lot van de eigenaars die in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gedomicilieerd zijn, anderzijds, dient erop te worden gewezen dat artikel 18, § 3, van de Brusselse ordonnantie op algemene wijze afwijkt van paragraaf 2 van hetzelfde artikel door te bepalen dat een woning waar de natuurlijke persoon die eigenaar of houder van zakelijke rechten is, gedomicilieerd is, niet als een leegstaande woning wordt beschouwd.