7. betont, dass durch den Übergang zu nachhaltigen Gesellschaften und Volkswirtschaften, einschließlich eines nachhaltigen Konsumverhaltens und einer entsprechenden Produktion, ein Potenzial für die Schaffung neuer „grüner“ Arbeitsplätze und für die Umwandlung der bestehenden Beschäftigung in „grüne“ Arbeitsplätze entsteht, und zw
ar in beinahe allen Wirtschaftszweigen und entlang der gesamten Wertschöpfungskette, von der Forschung bis hin zu Produktion, Vertrieb und Kundendienst und in neuen „grünen“ Hochtechnologiesektoren, etwa bei erneuerbaren Energieträgern, sowi
e bei herkömmlichen Industrien ...[+++], etwa Produktion und Bauwesen, Landwirtschaft und Fischerei sowie Dienstleistungssektoren wie Tourismus, Catering, Verkehr und Bildung; betont, dass dieses Beschäftigungspotenzial sowohl hoch- als auch geringqualifizierten Arbeitskräften Chancen bietet; 7. benadrukt dat een overgang naar duurzame samenlevingen en economieën, met inbegrip van duurzame consumptie- en productiepatronen, de mogelijkheid biedt om nieuwe groene banen te scheppen en bestaande werkgelegenheid om te vormen tot groene banen in vrijwel alle sectoren en in de gehele waardeketen, van onderzoek tot productie, distributie en service, en in nieuwe groene hightechsectoren zoals hernieuwbare energiebronnen, maar
ook in traditionele industrieën zoals de industriesector en de bouw, landbouw en visserij, en dienstensectoren zoals toerisme, catering, vervoer en onderwijs; wijst erop dat dit banenpotentieel mogelijkheden bie
...[+++]dt voor zowel hoogopgeleide als laagopgeleide arbeidskrachten; 
