2. Zur Gewährleistung der Kohärenz und Wirksamkeit der Gemeinschaftshilfe und zur Förderung der regionalen Zusammenarbeit kann die Kommission allerdings in hinreichend begründeten Fällen bei der Annahme der in Artikel 6 genannten jährlichen Aktionsprogramme beschließen, dass nicht in den Anhängen aufgeführte Länder in Bezug auf Maßnahmen aufgrund dieser Verordnung förderfähig sind, wenn das durchzuführende Projekt oder Programm regionaler oder grenzüberschreitender Art ist.
2. Teneinde de coherentie en de doeltreffendheid van de communautaire hulp te waarborgen en de regionale samenwerking te bevorderen, kan de Commissie, wanneer zij jaarlijkse actieprogramma's als bedoeld in artikel 6 goedkeurt, in naar behoren gerechtvaardigde gevallen besluiten dat landen die niet in de bijlagen zijn opgenomen ook in aanmerking komen voor maatregelen op grond van deze verordening, als het uit te voeren project of programma een regionaal of grensoverschrijdend karakter heeft.