Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «wird vorerwähnten artikel 138bis » (Allemand → Néerlandais) :

Nur « die Umstände, unter denen ein solcher Eingriff durch eine medizinisch befugte Person erteilt oder verrichtet wird oder dass der Zweck dieses Eingriffs durch eine solche Person bestimmt wird, können eine Rolle spielen bei der Beantwortung der Frage, ob auf Eingriffe der Begriff ' ärztliche Heilbehandlung ' im Sinne des vorerwähnten Artikels 132 Absatz 1 Buchstaben b und c anwendbar ist » (Parl. Dok., Kammer, 2015-2016, DOC 54-1520/001, S. 39).

Enkel « de omstandigheden [dat] dergelijke ingreep wordt verstrekt of verricht door een medisch bevoegd persoon of dat het doel van deze ingreep door een dergelijke persoon wordt bepaald, [kunnen] een rol [...] spelen bij de beantwoording van de vraag of ingrepen onder het begrip ' medische verzorging ' in de zin van voornoemd artikel 132, lid 1, sub b) en c), vallen » (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1520/001, p. 39).


Ist ein Flexi-Job-Arbeitnehmer am Arbeitsplatz anwesend, obwohl der genaue Zeitpunkt von Beginn und Ende einer Aufgabe beziehungsweise einer Arbeitsleistung nicht gemäß dem vorerwähnten Artikel 24 registriert und auf dem neuesten Stand gehalten worden ist, wird außer Beweis des Gegenteils davon ausgegangen, dass der Flexi-Job-Arbeitnehmer seine Arbeitsleistungen in dem betreffenden Quartal in Ausführung eines Arbeitsvertrags als Vollzeitarbeitnehmer erbracht hat (Artikel 2 ...[+++]

Wanneer een flexi-jobwerknemer wordt aangetroffen op de arbeidsplaats, terwijl het juiste tijdstip van begin en einde van een taak of een arbeidsprestatie niet is geregistreerd en bijgehouden overeenkomstig voormeld artikel 24, wordt de flexi-jobwerknemer vermoed, behoudens het bewijs van het tegendeel, gedurende het betreffende kwartaal zijn arbeidsprestaties te hebben geleverd ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst, in de hoedanigheid van voltijds werknemer (artikel 25 van de voormelde wet).


Aus dem Wortlaut von Artikel 4 § 1 des Gesetzes vom 31. Januar 2003, ersetzt durch das angefochtene Gesetz, ergibt sich, dass durch das angefochtene Gesetz der schrittweise Ausstieg aus der Kernenergie, so wie er im vorerwähnten Artikel 4 § 1 vorgesehen ist, in zwei Aspekten abgeändert wurde: Einerseits wird es dem Kraftwerk Doel 1 erlaubt, « erneut » Elektrizität ab dem Inkrafttreten des angefochtenen Gesetzes, das heißt ab dem 6 ...[+++]

Uit de formulering van artikel 4, § 1, van de wet van 31 januari 2003, zoals vervangen bij de bestreden wet, blijkt dat de bestreden wet de geleidelijke uitstap uit kernenergie, zoals voorzien in voormeld artikel 4, § 1, in twee opzichten heeft gewijzigd : enerzijds staat zij toe dat de centrale Doel 1 « opnieuw » elektriciteit produceert vanaf de inwerkingtreding van de bestreden wet, zijnde 6 juli 2015, en stelt zij de desactivering ervan uit tot 15 februari 2025; anderzijds stelt zij de datum van de desactivering en van het einde van de industriële elektriciteitsproductie van de centrale Doel 2 uit met tien jaar, tot 1 december 2025.


Der Gerichtshof wird gebeten, die Vereinbarkeit des vorerwähnten Artikels 14 des Gesetzes vom 9. November 2015 « zur Festlegung verschiedener Bestimmungen im Bereich Inneres » mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 190, mit Artikel 2 des Zivilgesetzbuches, mit dem allgemeinen Grundsatz der Nichtrückwirkung der Gesetze, mit dem Grundsatz der Rechtssicherheit, mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu der vorerwähnten Konvention zu prüfen.

Het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid te onderzoeken van het voormelde artikel 14 van de wet van 9 november 2015 « houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken » met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 190 van de Grondwet, met artikel 2 van het Burgerlijk Wetboek, met het algemene beginsel van niet-retroactiviteit van de wetten, met het rechtszekerheidsbeginsel, met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het voormelde Verdrag.


- beschließt, dass die Untersuchung der Klagen auf Nichtigerklärung von Artikel 26 des Programmgesetzes vom 19. Dezember 2014 in den Rechtssachen Nrn. 6230, 6232, 6233, 6237, 6244 und 6247 fortgesetzt wird, wenn den Klagen auf Nichtigerklärung von Artikel 92 des Programmgesetzes vom 10. August 2015 stattgegeben wird, und dass im entgegengesetzten Fall die jetzt vorliegenden Nichtigkeitsklagen insofern, als sie den vorerwähnten Artikel 26 betreffe ...[+++]

- beslist dat het onderzoek van de beroepen tot vernietiging van artikel 26 van de programmawet van 19 december 2014 in de zaken nrs. 6230, 6232, 6233, 6237, 6244 en 6247 zal worden voortgezet indien de beroepen tot vernietiging van artikel 92 van de programmawet van 10 augustus 2015 worden ingewilligd en dat, in het tegenovergestelde geval, de thans voorliggende beroepen tot vernietiging, in zoverre zij het voormelde artikel 26 beogen, van de rol van het Hof zullen worden geschrapt;


In der durch die vorerwähnten Dekrete vom 1. Juni 2006 und 20. September 2007 abgeänderten Fassung wird durch Artikel 127 § 3 des WGBRSEE die Zahl der Fälle erhöht, in denen es möglich ist, eine Abweichung von einem Sektorenplan, von einem kommunalen Raumordnungsplan, von einer kommunalen Städtebauordnung oder einem Fluchtlinienplan zu erhalten, sodass die Tragweite der Vorschriften in Verbindung mit den Gebieten, auf den sich ein USF bezieht, verringert wird.

Zoals gewijzigd bij de voormelde decreten van 1 juni 2006 en 20 september 2007 vermeerdert artikel 127, § 3, van het WWROSPE het aantal gevallen waarin het mogelijk is een afwijking van het gewestplan, van het gemeentelijk plan van aanleg, van een gemeentelijk stedenbouwkundig reglement of van een rooiplan te verkrijgen, zodat de draagwijdte van de voorschriften in verband met de gebieden waarop een SVO betrekking heeft, aanzienlijk kleiner is geworden.


Die fragliche Bestimmung verhindert, dass ein Kind, dessen Abstammung väterlicherseits aufgrund des Gesetzes vermutet wird, weil es während der Ehe seiner Mutter geboren wurde, bei Gericht beantragt, dass seine Abstammung einem anderen Mann gegenüber als dem Ehegatten seiner Mutter, der als sein biologischer Vater gilt, festgestellt wird, wenn es nicht eine der Bedingungen des vorerwähnten Artikels 320 des Zivilgesetzbuches erfüllt.

De in het geding zijnde bepaling staat eraan in de weg dat een kind, van wie de afstamming van vaderszijde krachtens de wet wordt vermoed omdat het tijdens het huwelijk van zijn moeder is geboren, aan de rechter vraagt om zijn afstamming vast te stellen ten aanzien van een andere man dan de echtgenoot van zijn moeder die als zijn biologische vader wordt voorgesteld, indien het niet voldoet aan een van de voorwaarden van het voormelde artikel 320 van het Burgerlijk Wetboek.


Der Gerichtshof wird zur Vereinbarkeit des vorerwähnten Artikels 51 des Gesetzes vom 17. Juli 1963 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 26 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte sowie mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 14 dieser Konvention befragt.

Het Hof wordt gevraagd of het voormelde artikel 51 van de wet van 17 juli 1963 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, alsook met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 14 van dat Verdrag.


Der Gerichtshof wird gebeten, die Vereinbarkeit von Absatz 3 des vorerwähnten Artikels 37 § 20 mit den Artikeln 10, 11 und 23 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 14 der Europäischen Menschenrechteskonvention, mit Artikel 1 der Europäischen Sozialcharta und mit dem Grundsatz der Rechtssicherheit, zu prüfen.

Het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid na te gaan van het derde lid van het voormelde artikel 37, § 20, met de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 1 van het Europees Sociaal Handvest en met het beginsel van rechtszekerheid.


Insofern durch die angefochtenen Bestimmungen dem König die Befugnis verliehen wird, Konzessionen zur Nutzung von öffentlichem Gut zu erteilen für den Bau und den Betrieb von Anlagen für die Lagerung von hydroelektrischer Energie in den Meeresgebieten unter der Hoheitsgewalt Belgiens und dem Nichtanschluss einer Anlage für die Erzeugung von Windenergie in den belgischen Meeresgebieten an die so genannte « Steckdose im Meer » zuzustimmen, entnimmt der föderale Gesetzgeber seine Zuständigkeit aus dem vorerwähnten Artikel 6 ...[+++] § 1 VII Absatz 2 Buchstabe c) - was im Übrigen durch die Flämische Regierung nicht bestritten wird - und findet die genannte Konzertierungsverpflichtung folglich nicht Anwendung.

In zoverre de bestreden bepalingen aan de Koning de bevoegdheid verlenen om domeinconcessies toe te kennen voor de bouw en de exploitatie van installaties voor hydro-elektrische energieopslag en van installaties noodzakelijk voor de transmissie van elektriciteit in de zeegebieden waarover België rechtsmacht heeft en om in te stemmen met de niet-aansluiting van een installatie voor de productie van windenergie in de Belgische zeegebieden op het zogenaamde « stopcontact op zee », ontleent de federale wetgever zijn bevoegdheid aan het voormelde artikel 6, § 1, VII, tweede lid, c), - wat overigens door de Vlaamse Regering niet ...[+++]


w