Traduction de «wettbewerbsfähigkeit zwar » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Rat (Wettbewerbsfähigkeit (Binnenmarkt, Industrie und Forschung)) | Rat (Wettbewerbsfähigkeit (Binnenmarkt, Industrie, Forschung und Raumfahrt))
Raad Concurrentievermogen (Interne Markt, Industrie en Onderzoek) | Raad Concurrentievermogen (Interne Markt, Industrie, Onderzoek en Ruimtevaart)

Vizepräsident für Arbeitsplätze, Wachstum, Investitionen und Wettbewerbsfähigkeit | Vizepräsidentin für Arbeitsplätze, Wachstum, Investitionen und Wettbewerbsfähigkeit
vicevoorzitter van de Commissie die belast is met Banen, Groei, Investeringen en Concurrentievermogen | vicevoorzitter voor Banen, Groei, Investeringen en Concurrentievermogen

industrielle Wettbewerbsfähigkeit | Wettbewerbsfähigkeit der Industrie
concurrentievermogen van de industrie | industrieel concurrentievermogen | industriële concurrentiekracht

Pakt für Wettbewerbsfähigkeit, Beschäftigung und Wirtschaftsbelebung
pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance

Globalplan für Arbeitsbeschaffung, Wettbewerbsfähigkeit und soziale Sicherheit
Globaal Plan voor de tewerkstelling, het concurrentievermogen en de sociale zekerheid

Exekutivagentur [ Chafea | EACEA | EACI | EAHC | EASME | ERCEA | Exekutivagentur des Europäischen Forschungsrats | Exekutivagentur für Bildung, Audiovisuelles und Kultur | Exekutivagentur für das transeuropäische Verkehrsnetz | Exekutivagentur für die Forschung | Exekutivagentur für Gesundheit und Verbraucher | Exekutivagentur für Innovation und Netze | Exekutivagentur für kleine und mittlere Unternehmen | Exekutivagentur für Verbraucher, Gesundheit, Landwirtschaft und Lebensmittel | Exekutivagentur für Wettbewerbsfähigkeit und Innovation | INEA | REA | TEN-T EA ]
uitvoerend agentschap [ Chafea | EACEA | EACI | EAHC | Easme | ERCEA | INEA | REA | TEN-T EA | Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad | Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken | Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur | Uitvoerend Agentschap Onderzoek | Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie | Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding | Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten | Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk | Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen ]

wettbewerbsfähige Preise gewährleisten | die Konkurrenzfähigkeit der Preise sicherstellen | preisliche Wettbewerbsfähigkeit sicherstellen
concurrerende prijzen waarborgen | ervoor zorgen dat prijzen concurrerend blijven | zorgen voor concurrerende prijzen | zorgen voor de prijsconcurrentiepositie

Wettbewerbsfähigkeit
concurrentievermogen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Innovative Unternehmenscluster schöpfen ihre Wettbewerbsfähigkeit zwar aus regionalen Quellen, sind aber in zunehmendem Maße Teil transnationaler Wissens- und Produktionsnetze.
Innovatieve clusters zijn voor hun concurrentievermogen weliswaar afhankelijk van regionale bronnen, maar zijn ook steeds meer betrokken bij supranationale kennis- en productienetwerken.

Der Schwerpunkt politischer Konzepte zur industriellen Wettbewerbsfähigkeit hat sich zwar gegenwärtig, bedingt durch die Wirtschafts- und Finanzkrise, in Richtung kurzfristiger Notfall- und Konjunkturmaßnahmen verschoben, für die Zukunft jedoch muss sich die Arbeit der politischen Entscheidungsträger auf langfristige strukturelle Herausforderungen konzentrieren, insbesondere auf folgende: Erhaltung der globalen Wettbewerbsfähigkeit, Klimawandel, Energie, Alterung der Bevölkerung, Kenntnisse und Qualifikationen.
De economische en financiële crisis heeft het zwaartepunt van de beleidsmaatregelen voor het industriële concurrentievermogen verlegd naar reddings- en herstelacties op korte termijn, maar in de toekomst moet de aandacht van beleidsmakers worden gericht op structurele uitdagingen op lange termijn, met name de instandhouding van het concurrentievermogen op wereldvlak, de klimaatverandering, energie, de vergrijzing van de bevolking, vaardigheden en kennis.

stellt fest, dass, zwar die Endkundenstrompreise in Europa für kleine und mittlere industrielle und gewerbliche Kunden und private Verbraucher in vielen Mitgliedstaaten relativ hoch sind, Investitionen in die Energieeffizienz die Wettbewerbsfähigkeit der europäischen Unternehmen allerdings fördern und die Energiekosten für private Verbraucher senken können; hebt jedoch hervor, dass sich die Stromrechnung in der EU im Schnitt zu einem Drittel aus indirekten, staatlich induzierten Steuern und Abgaben für private Haushalte zusammensetzt, die — sofern es sich um feste Rechnungsbestandteile handelt — den Verbrauchern Schwierigkeiten bereiten können, sich die Vorteile des Energiesparens zu Nutzen zu machen, und zudem zur Energiearmut beitragen; weist darauf hin, dass Abgaben zur Finanzierung der europäischen Klima- und Energiepolitik den geringsten Teil der Rechnungen ausmachen; unterstreicht ferner, dass hohe Energiepreise in der EU zu Unterschieden bei den Energiepreisen zwischen den EU-Mitgliedstaaten und ihren wichtigsten Wettbewerbern in weiten Teilen der Welt führen, wodurch die Wettbewerbsfähigkeit der energieintensiven Branchen in Europa beeinträchtigt wird; weist darauf hin, dass Innovation auch mit höheren Investitionen in die Energieeffizienz steigt, wodurch die EU-Industrie eine führende Rolle in der Welt einnehmen wird.
wijst erop dat ondanks het feit dat de Europese stroomtarieven voor kleine en middelgrote industriële en commerciële afnemers en particulieren in veel lidstaten relatief hoog zijn, het investeren in energie-efficiëntie het concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven kan versterken en de energiekosten voor particulieren kan verlagen; onderstreept echter dat de stroomrekening voor particuliere huishoudens in de EU gemiddeld voor een derde bestaat uit indirecte belastingen en heffingen van overheidswege, waardoor het bij facturering als vaste bedragen voor de consument lastig wordt de voordelen van energiebesparing te voelen, en energiearmoede in de hand wordt gewerkt; merkt op dat heffingen ter financiering van het Europese klimaat- en energiebeleid het kleinste deel van de rekening vormen; onderstreept dat de hoge energieprijzen in de EU resulteren in een verschil in energieprijzen tussen de lidstaten van de EU en onze belangrijkste concurrenten in grote delen van de wereld, waardoor het concurrentievermogen van Europese energie-intensieve bedrijven wordt aangetast; merkt op dat innovatie ook toeneemt naarmate er meer wordt geïnvesteerd in energie-efficiëntie, hetgeen de EU-industrie op een vooraanstaande positie in de wereld plaatst.

3. betont, dass die EU es sich nicht mehr erlauben kann, auf ihr großes Potenzial an weiblichen Arbeitskräften zu verzichten, wenn das Wirtschaftswachstum und die Wettbewerbsfähigkeit ihrer Regionen wieder zunehmen sollen; hält es daher für unbedingt notwendig, dass in der Wissenschafts- und der Technologiebranche eine stärkere Teilhabe von Frauen erreicht und gewährleistet wird, dass Frauen Weiterbildungen erhalten und dass ihre Qualifikationen ausgeschöpft werden, und zwar sowohl in den Bereichen Wissenschaft und Forschung als auch in den herkömmlichen Industriezweigen;
3. benadrukt dat de EU, als zij de economische groei en de concurrentiekracht van haar regio's opnieuw wil aanwakkeren, haar grote vrouwelijke potentieel niet langer kan negeren; benadrukt daarom dat het belangrijk is om de permanente bijdrage van vrouwen aan de wetenschappelijke en de technologische sector te bevorderen en de voortdurende scholing van vrouwen te garanderen en hun kwalificaties te benutten, zowel in de sectoren onderzoek en wetenschap als in meer traditionele sectoren;

7. betont, dass sowohl auf EU-Ebene als auch innerhalb der nationalen Reformprogramme klare politische Strategien für die Wettbewerbsfähigkeit der Industrie aufgestellt werden müssen, und zwar durch einen gezielteren territorialen und strategischen Ansatz, in dessen Rahmen auch Prioritäten in Bezug auf folgende Aspekte gesetzt werden: erleichterter Zugang zu Finanzierungen und Mikrokrediten, Förderung von Forschung und Entwicklung, Bildung, Berufsausbildung und lebenslangem Lernen, Verwaltungsvereinfachung und Ausbau der Verwaltungskapazität, damit Unternehmen zu geringstmöglichen Kosten agieren können, klare umweltrechtliche Bestimmungen, geringere Besteuerung des Faktors Arbeit, flexiblere Arbeitsmarktstrukturen, Ausbau der umweltfreundlichen Infrastruktur, eine stärkere Beteiligung von und Koordinierung zwischen lokalen und regionalen Gebietskörperschaften sowie öffentlichen und privaten Interessenträgern und starke Förderung für KMU, Unternehmer und Sozialunternehmen; ist der Ansicht, dass sich eine stärker zwischen den einzelnen Verwaltungsebenen und den Interessenträgern abgestimmte Vorgehensweise dadurch erreichen lässt, dass die vorgeschlagenen territorialen Pakte und Instrumente in die Partnerschaftsabkommen aufgenommen werden, um diese Akteure zusammenzubringen, damit sie ihre Maßnahmen und finanziellen Mittel koordinieren und auf die Ziele und Vorgaben der Strategie Europa 2020 ausrichten;
7. onderstreept de noodzaak van duidelijke beleidsstrategieën, zowel op EU-niveau als in de nationale hervormingsprogramma's, met het oog op het concurrentievermogen middels een meer territoriaal gerichte en strategische benadering waarin prioriteiten zijn opgenomen in verband met: het vergemakkelijken van de toegang tot financiering en microkredietfaciliteiten, het steun verlenen aan OO, onderwijs, beroepsopleidingen en leven lang leren, administratieve vereenvoudiging en capaciteitsopbouw teneinde een bedrijfsvoering tegen zo laag mogelijke kosten mogelijk te maken, duidelijke milieuvoorschriften, vermindering van belasting op arbeid; grotere flexibiliteit van de arbeidsmarkt, meer milieuvriendelijke infrastructuur, grotere betrokkenheid van en coördinatie tussen lokale en regionale autoriteiten alsmede van publieke en private belanghebbenden en krachtige steun aan het mkb, ondernemers en sociale ondernemingen; is van mening dat een betere afstemming tussen de verschillende niveaus van overheidsbestuur en belanghebbenden kan worden bereikt door de voorgestelde territoriale pacten en instrumenten in de partnerschapsovereenkomsten op te nemen, teneinde deze actoren bijeen te brengen om hun acties en financiële middelen te coördineren en op de doelstellingen van de Europa 2020-strategie te richten;

Eignungsprüfungen des bestehenden Rechts und Folgenabschätzungen zu neuen Unionsmaßnahmen, die für die Wettbewerbsfähigkeit von Unternehmen von besonderer Bedeutung sind, und zwar zwecks Ermittlung von bestehenden Rechtsbereichen, in denen Vereinfachungen vorgenommen werden müssen, und um dafür zu sorgen, dass die Belastung von KMU in Bereichen, zu denen neue Gesetzgebungsmaßnahmen vorgeschlagen werden, so gering wie möglich ausfällt.
geschiktheidstests van bestaand recht en effectbeoordelingen van nieuwe maatregelen van de Unie die bijzonder relevant zijn voor het concurrentievermogen van ondernemingen, teneinde gebieden van het bestaande recht te identificeren die vereenvoudigd moeten worden en ervoor te zorgen dat de lasten voor kleine en middelgrote ondernemingen op gebieden waarvoor nieuwe wetgevingsmaatregelen worden voorgesteld, tot een minimum beperkt blijven.

20. betont, dass sich die Kohäsionspolitik zwar traditionell auf die am wenigsten wohlhabenden Regionen konzentriert, aber dennoch alle Regionen der Europäischen Union, unabhängig von ihrem Entwicklungsstand, betrifft; betont deshalb die Notwendigkeit, das Ziel der regionalen Wettbewerbsfähigkeit und Beschäftigung zu fördern; weist nachdrücklich darauf hin, dass eine solide und angemessen finanzierte Kohäsionspolitik mit Haushaltsmitteln, die mindestens den heutigen entsprechen sollten, und zwar sowohl in absoluten als auch in relativen Zahlen; Voraussetzung ist für das Erreichen der Ziele der Strategie Europa 2020, um eine intelligente, nachhaltige und integrative Wirtschaft, die der EU zu weltweiter Wettbewerbsfähigkeit verhilft, und eine ausgewogene Entwicklung aller Regionen zu gewährleisten, um damit das Ziel des sozialen, wirtschaftlichen und territorialen Zusammenhalts zu erreichen;
20. onderstreept dat het cohesiebeleid zich vanouds weliswaar toespitst op de minst welvarende gebieden, maar dat het alle Europese regio's raakt, ongeacht hun ontwikkelingsniveau; wijst er daarom op dat de nagestreefde regionale concurrentiekracht en werkgelegenheid moeten worden aangemoedigd; herhaalt dat een sterk, goed gefinancierd cohesiebeleid dat beschikt over in absolute en relatieve zin ten minste evenveel kredieten als op dit moment, een voorwaarde is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de EU 2020-strategie om een slimme, duurzame en inclusieve economie te waarborgen waardoor de EU op wereldniveau concurrentiekrachtig wordt, en om ervoor te zorgen dat alle regio's zich harmonieus ontwikkelen door de nagestreefde sociale, economische en territoriale cohesie te bewerkstelligen;

Ausschlaggebend für die Wettbewerbsfähigkeit sind zwar weitgehend die Vitalität der Unternehmen, die Offenheit der Märkte und die Rahmenbedingungen, insbesondere innovationsfreundliche rechtliche Rahmenbedingungen, doch spielt auch die Förderungspolitik der Gemeinschaft eine Rolle, indem sie durch Mobilisierung von Hilfe und finanzielle Zuwendungen dort tätig wird, wo der Markt versagt.
Terwijl het concurrentievermogen grotendeels tot stand komt door een vitaal bedrijfsleven dat werkzaam is in een open, competitieve markt en gesteund wordt door de juiste randvoorwaarden, en met name door een regelgeving die innovatie begunstigt, moet de communautaire financiering een rol spelen bij het realiseren van een hefboomeffect en aanvullende financiering bieden wanneer er sprake is van een marktfalen.

Auf diese Weise wird die Wettbewerbsfähigkeit, und zwar die Wettbewerbsfähigkeit im Sinne einer „Wettbewerbsfähigkeit der Qualität“ und nicht einer „Wettbewerbsfähigkeit, die sich auf die ständige Verringerung der Arbeitskosten stützt“, neben einem herrschenden Prinzip in den wirtschaftlichen Beziehungen zudem zu einem generellen Prinzip für alle sozialen Beziehungen.
Het mededingingsvermogen - opgevat als een mededingingsvermogen dat is gebaseerd op kwaliteit en niet op een voortdurende vermindering van de arbeidskosten - mag niet enkel een beginsel zijn van de economische betrekkingen maar moet een algemene waarde worden in alle sociale betrekkingen.