Ferner dürfen die Mitgliedstaaten nach Art. 5 Abs. 2 Buchst. a und b dieser Richtlinie keine indirekte Steuer irgendwelcher Art erheben zum einen auf die Ausfertigung, die Ausgabe, die Börsenzulassung, das Inverkehrbringen von oder den Handel mit Aktien, An
teilen oder anderen Wertpapieren gleicher Art sowie Zertifikaten derartiger Wertpapiere, ungeachtet der Person des Emittenten, und zum
anderen insbesondere auf Anleihen einschließlich Renten, die durch Ausgabe von Obligationen oder
anderen handelsfähigen Wertpapieren aufgenommen werden, ungeachtet der Person des Emittenten,
...[+++] und alle damit zusammenhängenden Formalitäten.Bovendien verbiedt artikel 5, lid 2, sub a en b, van deze richtlijn de lidstaten een indirecte belasting, in welke vorm ook, te heffen over, enerzijds, het opmaken, de uitgifte, de toelating ter beurze, het in om
loop brengen of het verhandelen van aandelen, deelbe
wijzen of andere soortgelijke effecten, alsmede van certificaten van deze stukken, onverschillig door wie zij worden uitgegeven, en anderzijds, met name leningen, met inbegrip van staatsleningen, afgesloten tegen uitgifte van obligaties of andere verhandelbare effecten, onverschillig door wie dez
...[+++]e worden uitgegeven, en alle daarmee verband houdende formaliteiten.