(3) Die Mitgliedstaaten können den Zusatzrentensystemen die Möglichkeit einrä
umen, unverfallbare Rentenanwartschaften eines ausscheidenden Arbeitnehmers nicht zu erhalten, sondern diese mit der in Kenntnis der Sachlage erteilten Einwilligung des Arbeitnehmers — auch in Bezug auf die zu erhebenden Gebühren — i
n Höhe ihres Kapitalwertes an den ausscheidenden Arbeitnehmer auszuzahlen,
soweit der Wert der unverfallbaren Rentenanwartschafte ...[+++]n einen vom betreffenden Mitgliedstaat festgelegten Schwellenwert nicht überschreitet.
3. De lidstaten kunnen toestaan dat aanvullende pensioenregelingen de definitieve rechten van een vertrekkende werknemer niet handhaven, maar hem, met zijn geïnformeerde toestemming, ook wat betreft de toeslagen, een kapitaal uitbetalen dat de waarde van de definitieve rechten vertegenwoordigt, wanneer de waarde van de definitieve rechten onder een door de betreffende lidstaat bepaalde drempel blijft.