Traduction de «werde durchschnittliche » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

durchschnittliche Grenzkosten | langfristige durchschnittliche zusätzliche Kosten | LRAIC [Abbr.]
gemiddelde incrementele langetermijnkosten | LRAIC [Abbr.]

durchschnittliche Versorgungsmenge | durchschnittliche Vorratsmenge
gemiddelde toevoer

durchschnittlicher Tagesverkehr | durchschnittlicher täglicher Verkehr | DTV [Abbr.]
gemiddelde etmaalintensiteit | GEI [Abbr.]

Durchschnittlicher Kapitalkostensatz
Gewogen Gemiddelde Kapitaalkost | Gewogen gemiddelde kapitaalkostenvoet | GGK

durchschnittlicher Tageslohn
gemiddeld dagloon

jährlicher durchschnittlicher Personalbestand
jaargemiddelde van het personeelsbestand

maximale durchschnittliche Arbeitszeit
gemiddelde maximum arbeidsduur

Durchschnittliches Gewicht von Zigaretten berechnen | Durchschnittsgewicht von Zigaretten berechnen
gemiddeld gewicht van sigaretten berekenen

Erzeugerpreis [ durchschnittlicher Erzeugerpreis ]
productieprijs [ gemiddelde productieprijs | produktieprijs ]

Durchschnittspreis [ durchschnittlicher Preis | mittlerer Preis ]
middenprijs

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Denn der beträchtliche Wettbewerbsvorteil, der France Télécom dadurch verschafft werde, sei um so schädlicher, als die Abgabenreduzierung nicht erforderlich gewesen sei, um eine Gefährdung ihrer Finanzstruktur zu vermeiden, denn nachdem France Télécom 1996 von aktualisierten Nettoverbindlichkeiten für Pensionen in Höhe von mindestens 9,9 Mrd. EUR entlastet worden sei und diese in der Bilanz oder im Bilanzanhang nicht mehr habe ausweisen müssen, habe sich das Unternehmen anschließend im Zeitraum von 1997 bis 2007 mit durchschnittlich 44 Mrd. EUR wesentlich höher verschuldet.
Het aanzienlijke concurrentievoordeel voor France Télécom was immers des te schadelijker omdat de lastenvermindering niet nodig was om te voorkomen dat haar financiële structuur in gevaar kwam: na kwijtschelding van een geactualiseerde nettopensioenschuld van ten minste 9,9 miljard EUR in 1996 en nadat zij deze last niet langer hoefde op te nemen op haar balans of in de bijlage hierbij, is France Télécom vervolgens schulden aangegaan voor veel hogere bedragen, met een netto financiële schuld van gemiddeld 44 miljard EUR tussen 1997 en 2007.

– (PT) In Anbetracht der Tatsache, dass die durchschnittliche Minderung der CO2-Emissionen für leichte Nutzfahrzeuge im Zeitraum 2002-2007 nur zwischen 0,4 und 0,5 % jährlich betrug und dass Zielvorgaben der Europäischen Union für neue leichte Nutzfahrzeuge erforderlich sind, um eine Aufsplitterung des Binnenmarktes zu verhindern, werde ich für diesen Vorschlag stimmen.
− (PT) Ik heb voor dit voorstel gestemd omdat de gemiddelde daling van de CO2-emissies van lichte bedrijfsvoertuigen in de periode 2002-2007 slechts 0,4 tot 0,5 procent per jaar bedroeg en er communautaire doelstellingen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen moeten worden vastgesteld om te voorkomen dat de interne markt versnipperd raakt.

Mit der präjudiziellen Frage wird bezweckt, vom Hof zu vernehmen, ob Artikel 35quater § 1 Nr. 2 des Gesetzes vom 26. März 1971 über den Schutz des Oberflächenwassers gegen Verschmutzung, eingefügt durch Artikel 69 des Dekrets der Flämischen Region vom 21. Dezember 1990 « zur Festlegung von haushaltstechnischen Bestimmungen sowie von Bestimmungen zur Begleitung des Haushalts 1991 » (Belgisches Staatsblatt, 29. Dezember 1990), gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, insofern wegen der Aufnahme des Korrekturfaktors d davon ausgegangen werde, dass im Dauerbetrieb arbeitende Unternehmen, die während mehr als 225 Tagen Abwässer einleiteten, nicht mehr als 225 Kalendertage pro Jahr Abwässer einleiteten, ihre jährlich eingeleitete Abwassermenge infolgedessen durch 225 statt durch 365 geteilt werde, ihre durchschnittliche Tagesmenge fiktiv höher liege als bei Unternehmen, die während 225 Tagen und weniger arbeiteten, und somit zwischen beiden Kategorien von Unternehmen eine Diskriminierung entstehe.
De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of artikel 35quater, § 1, 2°, van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, zoals ingevoegd bij artikel 69 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 21 december 1990 « houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991 » (Belgisch Staatsblad , 29 december 1990), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre door de opname van correctiefactor d, continu werkende ondernemingen die meer dan 225 dagen lozen, worden geacht niet meer dan 225 kalenderdagen per jaar te lozen, hun jaarlijkse hoeveelheid geloosd afvalwater hierdoor wordt gedeeld door 225 in plaats van door 365, hun gemiddeld dagelijks debiet fictief hoger komt te liggen dan dat van ondernemingen die 225 dagen en minder werken en er aldus een discriminatie ontstaat tussen beide categorieën van ondernemingen.

Außerdem werde das Unternehmen gewährleisten, dass in jedem Jahr durchschnittlich 70 % der laut Verträgen an diese Kundengruppe gelieferten Erdgasmenge (vor allem durch das Auslaufen von Verträgen) wieder auf den Markt kommen.
Daarnaast zou Distrigas ook garanderen dat gemiddeld 70% van het gas waarvoor zij leveringscontracten met dit soort afnemers heeft, jaarlijks naar de markt terugkeert (in beginsel, omdat het contract afloopt).

In den Rechtssachen Nrn. 1903, 1941 und 1992 wird im Klagegrund bemängelt, dass Artikel 8 Absatz 2 des angefochtenen Gesetzes eine Diskriminierung zwischen Glücksspieleinrichtungen unterschiedlicher Klassen schaffe und den Grundsatz der Wettbewerbsfreiheit innerhalb der Europäischen Union verletze, indem er lediglich in Einrichtungen der Klasse II und der Klasse III Glücksspiele verbiete, bei denen ein Spieler erwiesenermassen durchschnittlich nicht mehr als 500 Franken pro Stunde verlieren könne, während eine solche Obergrenze weder für Lotterien noch für andere Glücksspiele festgesetzt werde und das Gesetz, das vorgeblich die Spieler schützen solle, eine zusätzliche Spielbank (Klasse I) schaffe und keinerlei Obergrenze für diese Art Einrichtung festlege.
In de zaken nrs. 1903, 1941 en 1992, verwijt het middel artikel 8, tweede lid, dat het een discriminatie in het leven roept tussen kansspelinrichtingen van verschillende klassen en dat zij inbreuk maakt op het beginsel van de vrije mededinging binnen de Europese Unie door enkel in de inrichtingen van klasse II en klasse III de kansspelen te verbieden waarvan is vastgesteld dat de speler gemiddeld meer dan 500 frank per uur kan verliezen, terwijl een dergelijk plafond niet is vastgesteld, noch voor de loterijen, noch voor de andere kansspelen en dat de wet, die beweert de spelers te beschermen, een bijkomend casino (klasse I) in het leven roept en voor dat soort inrichting geen enkel plafond vaststelt.

Diese erhebliche Zunahme, die jährlich durchschnittlich etwa 2.500.000.000 Franken betrage, werde zum grossen Teil durch die Zahlung des betreffenden Beitrags gedeckt, der für die Jahre 1995 bis 1998 1.132.529.801 Franken, 1.840.466.964 Franken, 2.622.975.569 Franken beziehungsweise 2.622.300.000 Franken betragen habe.
Die belangrijke stijging, die een gemiddeld jaarlijks bedrag van 2.500.000.000 frank benadert, wordt in grote mate gedekt door de betaling van de betrokken heffing, die voor de jaren 1995 tot 1998 1.132.529.801 frank, 1.840.466.964 frank, 2.622.975.569 frank en 2.622.300.000 frank bedroeg.

Gemeinden mit einem Veranlagungssatz von weniger als 5 % zusätzlicher Personensteuer oder weniger als 500 Zuschlagshundertsteln auf den Immobilienvorabzug würden feststellen, dass ihr garantiertes Ziehungsrecht herabgesetzt werde, insofern das Aufkommen von 1 % zusätzlicher Personensteuer pro Einwohner beziehungsweise 1 % Zuschlagshundertsteln pro Einwohner höher sei als deren durchschnittliches Aufkommen für Flandern (Dok., Flämisches Parlament, 1995-1996, Nr. 251/6, S. 65).
Gemeenten met hetzij een aanslagvoet van minder dan 5 pct. aanvullende personenbelasting, hetzij een aanslagvoet van minder dan 500 opcentiemen op de onroerende voorheffing zien hun gewaarborgd trekkingsrecht verminderd voor zover de opbrengst van 1 pct. aanvullende personenbelasting per inwoner respectievelijk 1 pct. opcentiemen op de onroerende voorheffing per inwoner hoger is dan de gemiddelde opbrengst ervan voor Vlaanderen (Gedr. St., Vlaams Parlement, 1995-1996, nr. 251/6, p. 65).