Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "wenn nicht wohnzwecken dienendes bebautes " (Duits → Nederlands) :

Die Arbeiten, die spezifisch für nicht zu Wohnzwecken dienende Räume bestimmt sind, werden nicht berücksichtigt, außer wenn einerseits diese Räume im Hauptgebäude, das bewohnt wird, und nicht in einem Anbau dieses Gebäudes liegen, und anderseits wenn ihre Nichtausführung die gesundheitliche Zuträglichkeit des zu Wohnzwecken dienenden ...[+++]

De specifieke werken in lokalen die niet voor bewoning zijn bestemd komen niet in aanmerking, behalve indien ze, enerzijds, in het hoofdgebouw van de woning gelegen zijn en niet in een bijgebouw ervan en indien, anderzijds, de niet-uitvoering ervan de gezondheid van het woongedeelte van de woning in gevaar kan brengen.


2° es wird ein Absatz 4 mit folgendem Wortlaut eingefügt: "Wenn ein bebautes oder nicht bebautes unbewegliches Gut unter der Registrierungsgebührenregelung eingebracht oder erworben wurde und im Laufe der Existenz der Gesellschaft an diesem unbeweglichen Gut Einrichtungen, Bau-, Wiederbau- oder Umbauarbeiten durchgeführt worden sind, die eine Städtebaugenehmigung erfordern, wird die für die Verkäufe festgelegte Gebühr, abzüglich der Registrierungsgebühr, die bei der Aufnahme in das Gesellschaftsvermögen erhoben wurde, in Abweichung von Absatz 3 auf den Ge ...[+++]

2° er wordt een lid 4 toegevoegd, luidend als volgt : "Wanneer een bebouwd of onbebouwd onroerend goed ingebracht of verworven is onder het stelsel van de registratierechten en inrichtingen, bouwwerken, herbouwwerken of verbouwingen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning is vereist op dat onroerend goed zijn uitgevoerd in de loop van het bestaan van de vennootschap, is het voor de verkopen vastgesteld recht, verminderd met het registratierecht geheven bij de opname in h ...[+++]


Die Ordonnanz der Region Brüssel-Hauptstadt vom 23. Juli 1992 bezüglich der Regionalsteuer zu Lasten der Benutzer bebauter Grundstücke und Inhaber dinglicher Rechte an bestimmten Immobilien (nachstehend: Ordonnanz vom 23. Juli 1992) führt « eine jährliche Steuer zu Lasten der Benutzer bebauter Grundstücke, die auf dem Gebiet der Region Brüssel-Hauptstadt liegen, sowie der Inhaber dinglicher Rechte an nicht zu Wohnzwecken bestimmten Immobilien » ein (Artikel 2).

De ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 1992 « betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen » (hierna : ordonnantie van 23 juli 1992) vestigt een « jaarlijkse belasting geheven ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen, gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en van houders van een zakelijk recht op onroerende eigendommen die niet voor bewoning bestemd zijn » (artikel 2).


a) die Abtretung eines oder mehrerer bebauten oder nicht bebauten Lose, die völlig oder teilweise zu Wohnzwecken oder zu einer nebensächlichen Wohnfunktion bestimmt sind, gemäß den in der Städtebaugenehmigung festgelegten Grenzen, unter der Voraussetzung, dass die in Artikel D.IV.74 erwähnte Bescheinigung vorher ausgestellt wurde; wenn das Los nicht bebaut ist, muss sich die Abtretung entweder aus dem Verkauf ...[+++]

a) de afstand van één of meerdere al dan niet bebouwde kavels die geheel of gedeeltelijk bestemd zijn voor de woning of voor een bijkomende functie van de woning, in overeenstemming met de in de vergunning bepaalde beperkingen en voor zover het in artikel D.IV.74 bedoelde attest voorafgaandelijk afgegeven is; indien de kavel onbebouwd is, moet de afstand voortvloeien uit een verkoop op plan van een goed in staat van toekomstige voltooiing of van een goed in niet-winddichte ruwbouw, ofwel vergezeld gaan van een ui ...[+++]


« Verstößt Artikel 10 Absatz 3 des Gesetzes vom 22. März 2001 zur Einführung einer Einkommensgarantie für Betagte gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, dass Absatz 1 desselben Artikels, der besagt, dass, wenn der Betreffende und/oder die Personen, mit denen er denselben Hauptwohnort teilt, (im Laufe des Zeitraums von zehn Jahren, der dem Datum, an dem der Beschluss wirksam wird, vorausgeht) bewegliche oder unbewegliche Güter unentgeltlich oder entgeltlich abgetreten haben, ein Einkommen als Existenzmittel in Rechnung geste ...[+++]

« Schendt artikel 10, derde lid van de Wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door te bepalen dat het eerste lid van hetzelfde artikel, dat stelt dat wanneer de betrokkene en/of de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt roerende of onroerende goederen om niet of onder bezwarende titel hebben afgestaan (in de loop van de tien jaren die voorafgaan aan de datum waarop de aanvraag uitwer ...[+++]


Der Gerichtshof wird zur Vereinbarkeit von Artikel 10 des Gesetzes vom 22. März 2001 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung befragt, insofern er in seinem Absatz 3 bestimme, dass Artikel 10 Absatz 1 des in Rede stehenden Gesetzes nicht anwendbar sei « auf den Erlös aus der Abtretung des Wohnhauses des Betreffenden und/oder der Personen, mit denen er denselben Hauptwohnort teilt, wenn der Betreffende oder diese Personen kein anderes bebautes unbewegli ...[+++]

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 10 van de wet van 22 maart 2001 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het bepaalt, in het derde lid ervan, dat artikel 10, eerste lid, van de in het geding zijnde wet niet van toepassing is « op de opbrengst van de afstand van het woonhuis van de betrokkene en/of van de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt die geen ander bebouwd onroerend goed bezit of bezitten », terwijl artikel 10, eerste lid, wel wordt toegepast « indien de betrokkene en ...[+++]


Art. 7 - Die Schadenshöhe wird wie folgt abgeschätzt: 1° für bebaute Immobilien: a) bei Totalschaden: der Wiederaufbauwert nach einem ausführlichen Kostenvoranschlag, oder, wenn dieser Wert nicht vorliegt, aufgrund eines Quadrat- oder Kubikmeterpreises; b) bei Teilschaden: aufgrund der durchschnittlichen Einheitspreise (einschließlich der Steuern), die in der zum Zeitpunkt des Schadensfalls gültigen, von dem Belgischen Sachverständigenverband herausgegebenen Aufstellung d ...[+++]

Art. 7. Het bedrag van een schade wordt als volgt geraamd : 1° voor de onroerende goederen : a) bij volledige schade : in heropbouwwaarde volgens een omstandig bestek of, bij ontstentenis, per bebouwde vierkante of kubieke meter; b) bij gedeeltelijke schade : op grond van de gemiddelde eenheidsprijzen, belastingen inbegrepen, opgenomen in het, op het ogenblik van de ramp geldende, borderel van de eenheidsprijzen, uitgegeven door de Associatie van Belgische Experten; 2° voor de verplaatsbare lokalen die als ...[+++]


Die Wahl einer « geringeren Steuer » für « zu Wohnzwecken dienende Gebäude » ergibt sich aus dem Willen, « das Wohnungsangebot nicht zu benachteiligen » (Parl. Dok., Rat der Region Brüssel-Hauptstadt, 1991-1992, Nr. 184/1, S. 2) und « die Wohnfunktion in Brüssel zu schützen » (Parl. Dok., Rat der Region Brüssel-Hauptstadt, 1991-1992, Nr. 183/2, S. 7).

De keuze van een « lagere belasting » voor de « voor bewoning bestemde gebouwen » vloeit voort uit de wil « het aanbod van woongelegenheid in Brussel niet te kortwieken » (Parl. St., Brusselse Hoofdstedelijke Raad, 1991-1992, nr. 184/1, p. 2) en « de woonfunctie in Brussel te ontzien » (Parl. St., Brusselse Hoofdstedelijke Raad, 1991-1992, nr. 183/2, p. 7).


In der präjudiziellen Frage wird dem Hof die Frage vorgelegt, ob Artikel 60 des Dekrets vom 22. Dezember 1993 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, indem der Erlass oder anteilige Nachlass des Immobilienvorabzugs verweigert wird, wenn ein nicht Wohnzwecken dienendes bebautes Grundstück länger als zwölf Monate - unter Berücksichtigung des vorherigen Veranlagungsjahres - aus vom Willen des Eigentümers unabhängigen Gründen leersteht.

De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of artikel 60 van het decreet van 22 december 1993 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat de kwijtschelding of proportionele vermindering van de onroerende voorheffing wordt geweigerd wanneer een gebouwd onroerend goed, dat niet tot woning dient, langer dan twaalf maanden leegstaat, rekening houdend met het vorige aanslagjaar, om redenen die onafhankelijk zijn van de wil van de eigenaar.


In den beiden präjudiziellen Fragen wird dem Hof die Frage vorgelegt, ob Artikel 60 des Dekrets vom 22. Dezember 1993 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, indem der Erlass oder anteilige Nachlass des Immobilienvorabzugs verweigert wird, wenn ein nicht Wohnzwecken dienendes bebautes Grundstück länger als zwölf Monate - unter Berücksichtigung des vorherigen Veranlagungsjahres - aus vom Willen des Eigentümers unabhängigen Gründen leersteht.

De beide prejudiciële vragen strekken ertoe van het Hof te vernemen of artikel 60 van het decreet van 22 december 1993 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat de kwijtschelding of proportionele vermindering van de onroerende voorheffing wordt geweigerd wanneer een gebouwd onroerend goed, dat niet tot woning dient, langer dan twaalf maanden leegstaat, rekening houdend met het vorige aanslagjaar, om redenen die onafhankelijk zijn van de wil van de eigenaar.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'wenn nicht wohnzwecken dienendes bebautes' ->

Date index: 2021-01-07
w