Wenn sie so ausgelegt werden, dass sie es dem für die Region Brüssel-Hauptstadt zuständigen Jugendgericht verbieten, eine Massnahme auf der Grundlage der Artikel 36 Nr. 4 und 37 des Gesetzes vom 8. April 1965 zu verkünden, wenn bereits eine Massnahme verkündet worden wäre, die zum Zeitpunkt seines Urteils aktuell wäre und auf Artikel 36 Nr. 2 desselben Gesetzes beruhen würde, sind die Artikel 36 Nrn. 2 und 4 und 37 desselben Gesetzes nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar.
Indien zij in die zin worden geïnterpreteerd dat zij de jeugdrechtbank bevoegd voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ertoe verbieden een maatregel te bevelen op grond van de artikelen 36, 4°, en 37 van de wet van 8 april 1965, wanneer zij reeds een maatregel zou hebben bevolen op grond van artikel 36, 2°, van dezelfde wet, maatregel die nog geldt op het ogenblik dat zij uitspraak doet, zijn de artikelen 36, 2° en 4°, en 37 van dezelfde wet niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.