Traduction de «wenn importeur dieser lebensmittel nachweisen » (Allemand → Néerlandais) :

(2) Lebensmittel, denen einer der im Anhang der vorliegenden Verordnung aufgeführten Aromastoffe zugesetzt wurde, welche die Bedingungen im Anhang der vorliegenden Verordnung nicht erfüllen und welche aus einem Drittland in die Union eingeführt worden sind, dürfen bis zu ihrem Mindesthaltbarkeits- oder Verbrauchsdatum in Verkehr gebracht werden, wenn der Importeur dieser Lebensmittel nachweisen kann, dass sie vor dem Inkrafttreten dieser Verordnung aus dem betreffenden Drittland versandt wurden und auf dem Weg in die Union waren.
2. Levensmiddelen waaraan een van de in de bijlage bij deze verordening genoemde aromastoffen is toegevoegd die niet voldoen aan de in die bijlage vervatte voorwaarden en die uit een derde land in de Unie zijn ingevoerd, mogen tot hun datum van minimale houdbaarheid of hun uiterste gebruiksdatum worden verkocht, indien de importeur van die levensmiddelen kan aantonen dat zij vóór de inwerkingtreding van deze verordening uit het derde land verzonden waren en naar de Unie onderweg waren.

(2) In die Union eingeführte Lebensmittel, denen einer der Aromastoffe gemäß Absatz 1 zugesetzt wurde und die die Bedingungen im Anhang der vorliegenden Verordnung nicht erfüllen, dürfen bis zu ihrem Mindesthaltbarkeits- oder Verbrauchsdatum in Verkehr gebracht werden, wenn der Importeur dieser Lebensmittel nachweisen kann, dass sie vor dem Inkrafttreten dieser Verordnung aus dem betreffenden Drittland versandt wurden und auf dem Weg in die Union waren.
2. Levensmiddelen die in de Unie werden ingevoerd en waaraan een van de in lid 1 genoemde aromastoffen is toegevoegd en die niet voldoen aan de voorwaarden van de bijlage bij deze verordening, mogen tot hun datum van minimale houdbaarheid of hun uiterste gebruiksdatum worden verkocht, indien de importeur van die levensmiddelen kan aantonen dat zij vóór de inwerkingtreding van deze verordening uit het derde land verzonden en naar de Unie onderweg waren.

(2) Artikel 2 gilt nicht für Sendungen mit Lebensmitteln, die den Aromastoff 3-Acetyl-2,5-Dimethylthiophen enthalten, wenn der Importeur dieser Lebensmittel nachweisen kann, dass sie vor Inkrafttreten dieser Verordnung im jeweiligen Drittland abgeschickt wurden und sich bereits auf dem Weg in die Europäische Union befunden haben.
2. Artikel 2 geldt niet voor zendingen levensmiddelen die de aromastof 3-acetyl-2,5-dimethylthiofeen bevatten indien de importeur van die levensmiddelen kan aantonen dat zij vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening uit het derde land verzonden en naar de Unie onderweg waren.

Lebensmittel, denen einer der im Anhang der vorliegenden Verordnung aufgeführten Aromastoffe zugesetzt wurde, welche die Bedingungen im Anhang der vorliegenden Verordnung nicht erfüllen und welche aus einem Drittland in die Union eingeführt worden sind, dürfen bis zu ihrem Mindesthaltbarkeits- oder Verbrauchsdatum in Verkehr gebracht werden, wenn der Importeur dieser Lebensmittel nachweisen kann, dass sie vor dem Inkrafttreten dieser Verordnung aus dem betreffenden Drittland versandt wurden und auf dem Weg in die Union waren.
Levensmiddelen waaraan een van de in de bijlage bij deze verordening genoemde aromastoffen is toegevoegd, die niet voldoen aan de in die bijlage vervatte voorwaarden en die uit een derde land in de Unie zijn ingevoerd, mogen tot hun datum van minimale houdbaarheid of hun uiterste gebruiksdatum worden verkocht, indien de importeur van die levensmiddelen kan aantonen dat zij vóór de inwerkingtreding van deze verordening uit het derde land verzonden waren en naar de Unie onderweg waren.

Dieser Betrag wird jedoch auf 1.300 Euro erhöht, wenn der Zuwiderhandelnde nicht nachweisen kann, dass die beanstandete ungünstige oder nachteilige Behandlung auch aus nicht diskriminierenden Gründen angewandt worden wäre, oder wenn andere Umstände es rechtfertigen, wie die besondere Schwere des erlittenen moralischen Schadens.
Dat bedrag wordt echter verhoogd tot 1.300 euro indien de dader niet kan aantonen dat de betwiste ongunstige of nadelige behandeling ook op niet-discriminerende gronden getroffen zou zijn of omwille van andere omstandigheden, zoals de bijzondere ernst van de geleden morele schade;

Dieser Betrag wird auf 1 300 Euro erhöht, wenn der Täter nicht nachweisen kann, dass die beanstandete ungünstige oder nachteilige Behandlung auch bei Nichtvorhandensein einer Diskriminierung oder wegen anderer Umstände vorgenommen worden wäre, wie die Schwere des erlittenen immateriellen Schadens (Artikel 16 § 2 Nr. 1 des Antirassismusgesetzes, Artikel 18 § 2 Nr. 1 des allgemeinen Antidiskriminierungsgesetzes und Artikel 23 § 2 Nr. 1 des Geschlechtergesetzes).
Dat bedrag wordt verhoogd tot 1 300 euro indien de dader niet kan aantonen dat de betwiste ongunstige of nadelige behandeling ook op niet-discriminerende gronden zou zijn genomen of wegens andere omstandigheden, zoals de bijzondere ernst van de geleden morele schade (artikel 16, § 2, 1°, van de Antiracismewet, artikel 18, § 2, 1°, van de Algemene Antidiscriminatiewet en artikel 23, § 2, 1°, van de Genderwet).

(3) Wird ein Beruf in dem Aufnahmestaat durch einen Verband oder eine Organisation gemäss Artikel 1 Buchstabe d) reglementiert, so sind Staatsangehörige der Mitgliedstaaten zur Führung der Berufsbezeichnung oder der Kennbuchstaben, die von dem betreffenden Verband oder der betreffenden Organisation verliehen werden, nur berechtigt, wenn sie ihre Mitgliedschaft bei diesem Verband oder dieser Organisation nachweisen können.
3. Indien een beroep in de ontvangende Lid-Staat is gereglementeerd door een vereniging of organisatie als bedoeld in artikel 1, onder d), mogen de onderdanen van de Lid-Staten de door die organisatie of vereniging verleende beroepstitel of de afkortingen daarvan uitsluitend gebruiken indien zij het bewijs overleggen dat zij lid van die organisatie of vereniging zijn.

(3) Wird ein Beruf in dem Aufnahmestaat durch einen Verband oder eine Organisation gemäss Artikel 1 Buchstabe f) reglementiert, so sind Staatsangehörige der Mitgliedstaaten zur Führung der Berufsbezeichnung oder der entsprechenden Abkürzung, die von dem betreffenden Verband oder der betreffenden Organisation verliehen werden, nur berechtigt, wenn sie ihre Mitgliedschaft bei diesem Verband oder dieser Organisation nachweisen können.
3. Wanneer een beroep in de ontvangende Lid-Staat is gereglementeerd door een vereniging of organisatie als bedoeld in artikel 1, onder f), mogen de onderdanen van de Lid-Staten de door die organisatie of vereniging verleende beroepstitel of de afkorting daarvan uitsluitend gebruiken indien zij het bewijs overleggen dat zij lid van die organisatie of vereniging zijn.