Terwijl in het eerste arrest w
erd gepreciseerd op welke schuldvorderingen artikel 34 van de wet van 15 mei 1846 (dat overeenstemt met het huidige artikel 1, eerste lid, b), van de wet van 6 februari 1970) van toepassing was, beperkt het arrest van 10 oktober 1996 zich ertoe de kwestie t
e beslechten van de concurrerende toepassing van het vermelde artikel 1 en van artikel 18, § 2, van het ministerieel besluit van 10 augustus 1977; de eerste van die bepalingen stelt een verjaringstermijn vast, de tweede een vervaltermijn van de rechtsv
...[+++]ordering.