Hierzu hat der niederländische Raad van State (Staatsrat) beim Gerichtshof zwei Vorabentscheidungsersuchen eingereicht, die insgesamt vier Fälle betreffen. Gegenstand der Verfahren ist die Weigerung der niederländischen Behörden, drittstaatsangehörigen Familienangehörigen von Unionsbürgern, die die niederländische Staatsangehörigkeit besitzen, ein Aufenthaltsrecht zu gewähren.
In dit verband heeft de Nederlandse Raad van State zich tot het Hof gewend met twee afzonderlijke verzoeken om een prejudiciële beslissing in vier zaken betreffende de weigering van de Nederlandse autoriteiten om een verblijfsrecht toe te kennen aan een derdelander die familielid is van een burger van de Unie met de Nederlandse nationaliteit.