Aus den Vorarbeiten zum Sondergesetz vom 6. Januar 1989 geht hervor, dass unter anderem « die beruflichen Disziplinarkollegien, wie der Vorstand der Rechtsanwaltskammer oder der Ärztekammer » als ein Rechtsprechungsorgan im Sinne der vorerwähnten Bestimmung angesehen werden können (Parl. Dok., Kammer, 1988-1989, Nr. 633/4, S. 29).
Uit de parlementaire voorbereiding van de bijzondere wet van 6 januari 1989 blijkt dat onder meer « de professionele tuchtcolleges zoals de Raad van de Orde van Advocaten of van Geneesheren » kunnen worden beschouwd als een rechtscollege in de zin van de voormelde bepaling (Parl. St., Kamer, 1988-1989, nr. 633/4, p. 29).