Während des belgischen Vorsitzes der Benelux-Union wird im Rahmen der in Kapitel III erwähnten Konzertierung für jede Arbeitsgruppe sowie für jeden Ausschuss und für die gesamte Dauer des Vorsitzes ein Vorsitzender benannt unter Berücksichtigung der Kompentezen des Föderalstaates, der Gemeinschaften und der Regionen.
Tijdens het Belgische voorzitterschap van de Benelux Unie wordt in het kader van het overleg, vermeld in hoofdstuk III, voor elk van de werkgroepen en commissies en voor de gehele duur van het voorzitterschap, een voorzitter aangewezen, rekening houdend met de bevoegdheden van de Federale Staat en van de Gemeenschappen en de Gewesten.