(1) Stellt der Rat gemäß Artikel 126 Absatz 6 AEUV fest, dass in einem Mitgliedstaat ein übermäßiges Defizit oder überhöhte Staatschulden bestehen, so verlangt der Rat auf Vorschlag der Kommission und nach Anhörung des Europäischen Parlaments die Hinterlegung einer unverzinslichen Einlage.
1. Indien de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 6, van het VWEU besluit dat er in een lidstaat een buitensporig tekort of een te hoge staatsschuld bestaat, dan bepaalt de Raad op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement dat een niet-rentedragend deposito moet worden gestort.