Wie unter B.12 angeführt, ist der Hof befugt, die Verfassungsmässigkeit von Gesetzesbestimmungen zu prüfen, und zwar nicht in bezug auf den Vorgang ihrer Ausarbeitung - vorbehaltlich Artikel 124bis des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 -, sondern lediglich in bezug auf ihren Inhalt.
Zoals is gezegd in B.12, is het Hof bevoegd om de grondwettigheid van wetsbepalingen te toetsen, niet ten aanzien van hun proces van totstandkoming - onder voorbehoud van artikel 124bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 -, maar enkel ten aanzien van hun inhoud.