Frage 17 (siehe 4.1.8): Inwieweit sollte auf Ebene der Europäischen Union eine Angleichung bestimmter Voraussetzungen und Anwendungskriterien für die vorzeitige Entlassung vorgesehen werden, damit die Anerkennung von Freiheitsstrafen und ihre Vollstreckung in einem anderen Mitgliedstaat erleichtert wird?
Vraag 17 (zie punt 4.1.8.): In hoeverre moeten op het niveau van de Europese Unie bepaalde voorwaarden om in aanmerking te komen voor vervroegde invrijheidstelling en de wijze van toepassing daarvan onderling worden aangepast om de erkenning van gevangenisstraffen en de tenuitvoerlegging daarvan in een andere lidstaat te vergemakkelijken?