Aus der Rechtsprechung geht jedoch hervor, dass bei Entscheidungen der Kommission zur Vereinbarkeit eines Zusammenschlusses mit dem Gemeinsamen Markt die Voraussetzungen der Klagebefugnis interessierter Dritter unterschiedlich zu beurteilen sind, je nachdem, ob diese zum einen Mängel in Bezug auf den Inhalt dieser Entscheidungen geltend machen (interessierte Dritte „erster Kategorie“), oder zum anderen behaupten, die Kommission habe die ihnen durch die Rechtsvorschriften der Europäischen Union über die Kontrolle von Zusammenschlüssen verliehenen Verfahrensrechte verletzt (interessierte Dritte „zweiter Kategorie“).
Uit de rechtspraak volgt evenwel dat, bij beschikkingen van de Commissie inzake de verenigbaarheid van een concentratie met de gemeenschappelijke markt, de procesbevoegdheid van derdebelanghebbenden bij deze concentratie, verschillend moet worden beoordeeld naargelang deze derden inhoudelijke gebreken van deze beschikkingen aanvoeren (derdebelanghebbenden van de „eerste categorie”), dan wel betogen dat de Commissie de procedurerechten heeft geschonden die hun door de handelingen van Unierecht inzake het toezicht op concentraties zijn toegekend (derdebelanghebbenden van de „tweede categorie”) (27)
