(4) Die Menge der für Lebensmittel- oder Futtermittelzwecke bestimmten Nebenerzeugnisse, die voraussichtlich infolge des Anbaus von Ölsaaten auf gemäß Absatz 3 erster Gedankenstrich stillgelegten Flächen zur Verfügung stehen, wird für die Einhaltung des Grenzwerts von 1 Million Tonnen gemäß Artikel 56 Absatz 3 berücksichtigt.
4. De hoeveelheid voor voeding of vervoedering bestemde bijproducten die vermoedelijk beschikbaar komen ten gevolge van de teelt van oliehoudende zaden op braakgelegde grond, krachtens lid 3, eerste streepje, wordt in aanmerking genomen voor de eerbiediging van het in artikel 56, lid 3, genoemde maximum van 1 miljoen metrieke ton.