Die « belgischen Seegewässer » umfassen das Küstengewässer, die Küstenhäfen und die Untere Seeschelde, « deren Grenzen vom König festgelegt werden », den Hafen von Gent, « dessen Grenzen vom König festgelegt werden », den belgischen Teil des Kanals von Terneuzen nach Gent, die am belgischen Teil des Kanals von Terneuzen nach Gent gelegenen Häfen, « deren Grenzen vom König festgelegt werden » und die Kanäle Zeebrugge-Brügge und Ostende-Brügge (Artikel 3 Nr. 6).
De « Belgische zeewateren » omvatten de territoriale zee, de havens van de kust en de Beneden-Zeeschelde « waarvan de grenzen door de Koning worden vastgest
eld », de haven van Gent « waarvan de grenzen door de Koning worden vastgesteld », het Belgische gedeelte
van het kanaal van Terneuzen naar Gent, de havens
gelegen aan het Belgisch gedeelte van het kanaal van Terneuzen
naar Gent « waarvan de grenzen door de Koning worden vastges
...[+++]teld » en de kanalen Zeebrugge-Brugge en Oostende-Brugge (artikel 3, 6°).