Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
.

Vertaling van " nicht getrennten eltern anders " (Duits → Nederlands) :

[23] Es handelt sich um die Betreuung von Kindern durch eine Tagesmutter/einen Tagesvater (die/der nicht durch eine organisierte Struktur kontrolliert wird) und zwar entweder im Hause des Kindes oder der Tagesmutter/des Tagesvaters, die Betreuung von Kindern durch die Großeltern, andere Haushaltsmitglieder (ausgenommen die Eltern), andere Eltern, Freunde oder Nachbarn.

[23] Het gaat hier om kinderopvang (die niet gecontroleerd wordt door een georganiseerde structuur) bij het kind thuis of bij de kinderoppas, of om opvang door grootouders, andere familieleden (niet de ouders), andere ouders, vrienden of buren.


Artikel 42 § 1 Absatz 3 der koordinierten Gesetze verhindert es jedoch in Bezug auf ein Kind eines nicht beihilfenempfangenden Elternteils, im Hinblick auf die Bestimmung des Rangs für die Berechnung des Betrags der Beihilfen die berechtigenden Kinder aus einer vorherigen Ehe zu berücksichtigen, selbst wenn die getrennten Eltern ihre Kinder gleicher ...[+++]

Artikel 42, § 1, derde lid, van de gecoördineerde wetten, verhindert echter dat, tegenover het kind van de ouder die niet bijslagtrekkend is, voor het bepalen van de rang die in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van het bedrag aan kinderbijslag, de rechtgevende kinderen uit een vorig huwelijk in aanmerking worden genomen, zelfs wanneer de gescheiden ouders hun kinderen op een gelijkmatig verdeel ...[+++]


Artikel 42 § 1 Absätze 2 und 3 der koordinierten Gesetze hat nämlich zur Folge, dass berechtigende Kinder nur dann für die Bestimmung des Rangs zur Berechnung des Betrags der Beihilfen für ein Kind aus einer zweiten Ehe berücksichtigt werden, wenn die Familienbeihilfen entweder einem einzigen Beihilfenempfänger oder nicht getrennten beihilfenempfangenden Eltern gezahlt werden.

Artikel 42, § 1, tweede en derde lid, van de gecoördineerde wetten heeft immers tot gevolg dat de rechtgevende kinderen, voor het bepalen van de rang die in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van het bedrag aan kinderbijslag voor een kind uit een tweede huwelijk, alleen in aanmerking worden genomen wanneer de kinderbijslag wordt uitbetaald hetzij aan één enkele bijslagtrekkende, hetzij aan bijslagtrekkende ouders die niet zijn gescheiden.


In der Begründung zu dieser Bestimmung wurde angeführt: « Gemäß Artikel 374 des Zivilgesetzbuches üben die Eltern, wenn sie nicht zusammenleben, die elterliche Autorität weiterhin gemeinsam aus, sofern es keine andere richterliche Entscheidung gibt.

In de memorie van toelichting betreffende die bepaling wordt vermeld : « Luidens artikel 374 van het Burgerlijk Wetboek blijven de ouders, wanneer zij niet samenleven, gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen, behalve wanneer de rechter er anders over beslist.


Außerdem kann zum Schutz ihres Rechts, ihre religiöse oder weltanschauliche Überzeugung nicht zu erkennen zu geben, was vor allem zum Innersten eines jeden gehört (EuGHMR, 9. Oktober 2007, Hasan und Eylem Zengin gegen Türkei, § 73) durch das Verfahren im Hinblick auf die Erlangung dieser Befreiung den Eltern nicht vorgeschrieben werden, ihren Antrag auf Befreiung zu begründen und somit ihre religiöse oder weltanschauliche Überzeugung zu erkennen zu geben ...[+++]

Bovendien, teneinde hun recht te beschermen om hun godsdienstige of filosofische overtuiging niet kenbaar te maken, overtuiging die voor alles valt onder het meest innerlijke van eenieder (EHRM, 9 oktober 2007, Hasan en Eylem Zengin t. Turkije, § 73), zouden de stappen die moeten worden gezet om die vrijstelling te verkrijgen, de ouders niet ertoe mogen verplichten hun verzoek om vrijstelling te motiveren en aldus hun godsdienstige of filosofische overtuigingen kenbaar te maken (EHRM, 9 oktober 2007, Hasan en Eylem Zengin t. Turkije, § 76; 16 september 2014, Mansur Yalçin en anderen ...[+++]


Der vorlegende Richter befragt den Hof zur Vereinbarkeit von Artikel 136 des EStGB 1992 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmung, wenn sie so ausgelegt werde, dass sie es nicht erlaube, dass bei Kindern von getrennten Eltern in steuerrechtlicher Hinsicht ihre beiden Eltern gleichzeitig für ihren Unterhalt aufkommen könnten, einen Behandlungsunterschied zwischen Eltern, die für den Unterhalt ihrer Kinder aufkämen, einführe, je nachdem, ob diese bei ihnen den Wohnsitz ...[+++]

De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van artikel 136 van het WIB 1992 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre die bepaling, indien zij in die zin wordt geïnterpreteerd dat zij het niet mogelijk maakt dat de kinderen van gescheiden ouders op fiscaal vlak tegelijkertijd ten laste worden genomen door hun beide ouders, een verschil in behandeling teweegbrengt tussen de ouders die hun kinde ...[+++]


Der Umstand, dass die Urteile des Kassationshofes in Bezug auf Streitsachen gefällt wurden, an denen getrennte Eltern beteiligt waren, lässt nicht die Schlussfolgerung zu, dass die darin vorgenommene Auslegung von Artikel 203 § 1 des Zivilgesetzbuches im Falle von nicht getrennten Eltern anders gewesen wäre.

De omstandigheid dat de arresten van het Hof van Cassatie zijn gewezen naar aanleiding van geschillen waarbij gescheiden vaders en moeders betrokken waren, maakt het niet mogelijk te besluiten dat de erin aangenomen interpretatie van artikel 203, § 1, van het Burgerlijk Wetboek verschillend zou zijn in het geval van niet-gescheiden ouders.


« 1. Verstösst Artikel 203 § 1 des Zivilgesetzbuches, in der Auslegung des Kassationshofes in seinen [.] Urteilen vom 16. April 2004 und vom 2. Mai 2005, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern diese zum Bereich der öffentlichen Ordnung gehörende zivilrechtliche Bestimmung zu einer Diskriminierung zwischen den Kindern, deren Eltern getrennt sind, und den Kindern, die mit ihren nicht getrennten Eltern zusammenleben, führt, indem - zur Bestimmung der Möglichkeiten der beiden Eltern, nach deren Massgabe die Kosten für die Er ...[+++]

« 1°) Schendt artikel 203, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, zoals het wordt geïnterpreteerd door het Hof van Cassatie in zijn [.] arresten van 16 april 2004 en 2 mei 2005, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die burgerrechtelijke bepaling van openbare orde een discriminatie in het leven roept tussen de kinderen wier vader en moeder gescheiden zijn en diegenen die samenleven met hun niet gescheiden vader en moeder, doordat - teneinde de middelen van de vader en de moeder vast te stellen naar evenredigheid waarvan een rami ...[+++]


« 1. Verstösst Artikel 203 § 1 des Zivilgesetzbuches, in der Auslegung des Kassationshofes in seinen [.] Urteilen vom 16. April 2004 und vom 2. Mai 2005, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern diese zum Bereich der öffentlichen Ordnung gehörende zivilrechtliche Bestimmung zu einer Diskriminierung zwischen den Kindern, deren Eltern getrennt sind, und den Kindern, die mit ihren nicht getrennten Eltern zusammenleben, führt, indem - zur Bestimmung der Möglichkeiten der beiden Eltern, nach deren Massgabe die Kosten für die Er ...[+++]

« 1°) Schendt artikel 203, § 1 van het Burgerlijk Wetboek, zoals het wordt geïnterpreteerd door het Hof van Cassatie in zijn [.] arresten van 16 april 2004 en 2 mei 2005, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die burgerrechtelijke bepaling van openbare orde een discriminatie in het leven roept tussen de kinderen wier vader en moeder gescheiden zijn en diegenen die samenleven met hun niet gescheiden vader en moeder, doordat - teneinde de middelen van de vader en de moeder vast te stellen naar evenredigheid waarvan een ramin ...[+++]


Folglich ist die präjudizielle Frage so zu verstehen, dass sie sich auf den Behandlungsunterschied zwischen Kindern von getrennten Eltern bezieht, von denen einer Lohnempfänger und der andere selbständig Erwerbstätiger ist, je nachdem, ob die Eltern die in Artikel 60 § 3 letzter Absatz vorgesehene elterliche Gewalt gemeinsam ausüben oder nicht.

Daaruit volgt dat de prejudiciële vraag in die zin moet worden opgevat dat zij betrekking heeft op het verschil in behandeling tussen de kinderen van feitelijk gescheiden ouders waarvan de ene ouder een loontrekkende activiteit en de andere een zelfstandige activiteit uitoefent, naargelang de ouders al dan niet gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen, zoals bedoeld in artikel 60, § 3, laatste lid.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

' nicht getrennten eltern anders' ->

Date index: 2022-11-24
w