35. bekundet seine Überzeugung, dass die Beziehungen zwischen Unternehmen und Universitäten verstärkt werden müssen, unter anderem durch Förderun
g der Mobilität von Führungspersonal aller Fachrichtungen zwischen Universitäten und Unternehmen, insbesondere KMU; vertritt die Auffassung, dass diese Beziehungen durch Beihilfen vor allem mit Hilfe von Begleitplänen gefördert werden müssen; begrüßt den Vorschlag der Kommission, bei Forschungs- und Innovationsprogrammen die Rechte des geistigen Eigentums entsprechend ihrem jeweiligen Kooperationsbeitrag auf die Partner (Wirtschaftsunternehmen und öffentliche Forschungsinstitute) aufzuteilen,
...[+++]da es der Auffassung ist, dass dies der Schaffung von Kompetenzzentren erhebliche Impulse verleihen wird; fordert die Kommission deshalb auf, konkrete Vorschläge zur Bestimmung des rechtlichen Status des geistigen Eigentums in solchen Fällen vorzulegen; 35. is ervan overtuigd dat de banden tussen het bedrijfsleven en de universiteiten versterkt moeten worden, onder andere door de mobiliteit van hooggekwalifi
ceerd personeel van alle specialismen tussen universiteiten en bedrijven, met name KMO’s, te verhogen; meent dat overheidssteun die banden tot stand moet helpen brengen, vooral bij begeleidingsplannen; is verheugd over het voorstel van de Commissie om de intellectuele-eigendomsrechten tussen de partners (bedrijven en publieke onderzoeksinstellingen) van onderzoeks- en innovatieprogramma’s naar rato te verdelen op basis van de bijdrage van elke partner, aangezien hiervan een sterke
...[+++]impuls uitgaat voor het ontstaan van expertisecentra; roept de Commissie derhalve op specifieke voorstellen in te dienen ter verduidelijking van de wettelijke status van intellectuele eigendom onder dergelijke omstandigheden; 
