3° die Landschaften, die im Sinne des Gesetzes vom 12. Juli 1973 über die Erhaltung der Natur den Status von Forstschutzgebieten, biologisch wertvollen Feuchtgebieten oder unterirdischen Hohlräumen von wissenschaftlichem Interesse haben;
3° de landschappen met het statuut van bosreservaat, biologisch waardevolle vochtige gebieden of ondergrondse holtes van wetenschappelijk belang in de zin van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud;