Traduction de « drittstaaten nachdrücklich ermutigen sollte » (Allemand → Néerlandais) :

Die EU sollte daher Drittstaaten dazu ermutigen, nationale Strafvorschriften für die Verfolgung von Verstößen gegen das humanitäre Völkerrecht zu erlassen.
De EU moet derde staten dan ook aanmoedigen om nationale strafwetgeving aan te nemen, zodat schendingen van het IHR kunnen worden bestraft.

In dem vom Europäischen Rat vom 10. und 11. Dezember 2009 verabschiedeten Stockholm-Programm[6] wurde die Initiative der Kommission begrüßt, einen vom Rat anzunehmenden Aktionsplan auszuarbeiten, mit dem Maßnahmen für Prävention, Schutz und begleiteter Rückführung miteinander kombiniert werden.[7] Das Europäische Parlament wies in seiner Entschließung zum Stockholm-Programm nachdrücklich darauf hin, dass ein EU-Aktionsplan Themen wie Schutz und nachhaltige Lösungen zum Wohle des Kindes und in Zusammenarbeit mit Drittstaaten[8] behandeln sollte.
In het programma van Stockholm, dat op 10-11 december 2009 werd goedgekeurd[6], toonde de Europese Raad zich ingenomen met het initiatief van de Commissie om een door de Raad aan te nemen actieplan op te stellen dat preventieve, beschermende en hulp-bij-terugkeermaatregelen met elkaar combineert[7]. In zijn resolutie over het programma van Stockholm dringt het Europees Parlement aan op een EU-actieplan dat betrekking heeft op bescherming, duurzame oplossingen in het belang van het kind, en samenwerking met derde landen[8].

19. betont, dass die Europäische Union in ihren Außenmaßnahmen die Regierungen von Drittstaaten nachdrücklich ermutigen sollte, internationale Kinderrechtsstandards einzuhalten, insbesondere im Hinblick auf die Bereitstellung einer Basis-Sozialfürsorge für Kinder, z. B. über die Verteilung kostenloser Nahrungsmittel in Schulen und Kindertagesstätten, und den Zugang zur Gesundheitsversorgung; betont gleichzeitig, dass die Zusicherung eines gleichberechtigten Zugangs zur Bildung für Kinder in bewaffneten Konflikten und Situationen nach Konflikten eine wichtige Investition in die Konfliktverhütung darstellt;
19. onderstreept dat de EU in haar externe optreden de regeringen van derde landen ten stelligste ertoe moet aanmoedigen te voldoen aan de internationale normen inzake de rechten van het kind, vooral met betrekking tot het bieden van basisdiensten voor sociaal welzijn aan kinderen, zoals het verstrekken van gratis voeding op scholen en in crèches en de toegang tot gezondheidszorg; onderstreept tegelijkertijd dat het garanderen van billijke toegang tot onderwijs voor kinderen tijdens en na gewapende conflicten een belangrijke investering in de preventie van conflicten vormt;

19. betont, dass die EU in ihren Außenmaßnahmen die Regierungen von Drittstaaten nachdrücklich ermutigen sollte, internationale Kinderrechtsstandards einzuhalten, insbesondere im Hinblick auf die Bereitstellung einer Basis-Sozialfürsorge für Kinder, z. B. über die Verteilung kostenloser Nahrungsmittel in Schulen und Kindertagesstätten, und den Zugang zur Gesundheitsversorgung; betont gleichzeitig, dass die Zusicherung eines gleichberechtigten Zugangs zur Bildung für Kinder in bewaffneten Konflikten und Situationen nach Konflikten eine wichtige Investition in die Konfliktverhütung darstellt;
19. onderstreept dat de EU in haar externe optreden de regeringen van derde landen ten stelligste ertoe moet aanmoedigen te voldoen aan de internationale normen inzake de rechten van het kind, vooral met betrekking tot het bieden van basisdiensten voor sociaal welzijn aan kinderen, zoals het verstrekken van gratis voeding op scholen en in crèches en de toegang tot gezondheidszorg; onderstreept tegelijkertijd dat het garanderen van billijke toegang tot onderwijs voor kinderen tijdens en na gewapende conflicten een belangrijke investering in de preventie van conflicten vormt;

7. betont, dass die EU in ihren Außenmaßnahmen die Regierungen von Drittstaaten nachdrücklich ermutigen sollte, internationale Kinderrechtsstandards einzuhalten, insbesondere im Hinblick auf die Bereitstellung einer Basis-Sozialfürsorge für Kinder, wie die Verteilung kostenloser Nahrungsmittel in Schulen und Kindertagesstätten sowie Zugang zur Gesundheitsversorgung; betont gleichzeitig, dass die Zusicherung eines gleichberechtigten Zugangs zur Bildung für Kinder in bewaffneten Konflikten und Situationen nach Konflikten eine wichtige Investition in die Konfliktverhütung darstellt;
7. onderstreept dat de EU in haar externe optreden de regeringen van derde landen ten stelligste ertoe moet aanmoedigen te voldoen aan de internationale normen inzake de rechten van het kind, vooral met betrekking tot het bieden van basisdiensten voor sociaal welzijn aan kinderen, zoals het verstrekken van gratis voeding op scholen en in crèches en de toegang tot gezondheidszorg; onderstreept tegelijkertijd dat het garanderen van billijke toegang tot onderwijs voor kinderen tijdens en na gewapende conflicten een belangrijke investering in de preventie van conflicten vormt;

7. fordert die EU und ihre Delegationen auf, gemeinsam mit der Zivilgesellschaft ihren politischen Dialog mit den Regierungen zu verstärken, die die Menschenrechte, demokratischen Grundsätze und die Rechtsstaatlichkeit verletzen, und fordert nachdrücklich, dass sich der politische Dialog über Menschenrechte zwischen der EU und Drittstaaten auf eine inklusivere und umfassendere Definition des Verbots der Diskriminierung, unter anderem gegenüber LGBTI, aus Gründen der Religion oder der Weltanschauung, des Geschlechts, der Rasse oder der ethnischen Herkunft, des Alters, einer Behinderung oder der sexuellen Ausrichtung stützt; betont, dass insbesondere in den Ländern, die im Hinblick auf Entwicklung und Achtung der Menschenrechte eine dürftige Bilanz aufweisen, die Entwicklungshilfe aufrechterhalten und sogar ausgeweitet werden sollte, vorzugsweise jedoch über Organisationen der Zivilgesellschaft und nichtstaatliche lokale Partner geleistet werden sollte, und dass sie systematisch kontrolliert werden sollte, einhergehend mit Verpflichtungen von Regierungsseite, die Menschenrechtslage vor Ort zu verbessern;
7. roept de EU en haar delegaties op tot meer politiek overleg, in samenwerking met het maatschappelijk middenveld, met overheden die de mensenrechten, de democratie en de wet schenden, en dringt erop aan dat de politieke dialoog over mensenrechten tussen de EU en derde landen een meer inclusieve en bredere definitie van non-discriminatie moet omvatten, onder andere tegenover LGBTI of op basis van godsdienst of overtuiging, geslacht, ras of etnische afkomst, leeftijd, handicap en seksuele geaardheid; onderstreept dat met name in landen die in het verleden slecht hebben gepresteerd op het gebied van ontwikkeling en mensenrechten de ontwikkelingshulp moet worden gehandhaafd en zelfs versterkt, maar bij voorkeur moet worden gekanaliseerd via organisaties van het maatschappelijk middenveld en niet-gouvernementele lokale partners, en systematisch moet worden gemonitord, in combinatie met toezeggingen door de respectieve regeringen om de mensenrechtensituatie in hun landen te verbeteren;