Aus diesem Grund forderte der Europäische Rat, obwohl der Vertrag von Amsterdam noch nicht von allen Mitgliedstaaten der Union ratifiziert war, auf seiner Tagung vom 15. und 16. Juni 1998 in Cardiff in Punkt 39 der Schlussfolgerungen des Vorsitzes den Rat auf, „die Möglichkeiten für eine weitergehende gegenseitige Anerkennung der Entscheidungen von Gerichten der jeweils anderen Mitgliedstaaten zu ermitteln“.
Hoewel het Verdrag van Amsterdam nog niet door alle lidstaten is geratificeerd, heeft de Europese Raad van Cardiff op 15 en 16 juni 1998 de Raad dan ook in de conclusie 39 van het Voorzitterschap verzocht "na te gaan hoe de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen kan worden verruimd".