1. Die Dringlichkeit einer Aussprache über einen Vorschlag, zu dem das Parlament gemäß Artikel 40 Absatz 1 konsultiert wird, kann dem Parlament vom Präsidenten, von einem Ausschuss, von einer Fraktion, von mindestens 40 Mitgliedern, von der Kommission oder vom Rat beantragt werden.
1. Een verzoek om een beraadslaging over een voorstel waarover het Parlement overeenkomstig artikel 40, lid 1 advies moet uitbrengen, urgent te verklaren, kan aan het Parlement worden gedaan door de Voorzitter, een commissie, een fractie, ten minste veertig leden, de Commissie of de Raad.